NJB 2019/205:Tuchtprocesrecht. Samenhang met HR 18 januari 2019, nr. 16/05359, ECLI:NL:HR:2019:52 en HR 18 januari 2019, 18 januari 2019, nr. 17/03575, ECLI:NL:HR:2019:5, hierna afgedrukt. In een tuchtzaak tegen een oud-notaris legt de kamer voor het notariaat meermalen een berisping op en een waarschuwing. In hoger beroep legt het hof de maatregel van ontzetting uit het ambt op. De notaris gaat in cassatie. Hoge Raad: 1. Ontvankelijkheid. De in art. 94 lid 1 Wna vervatte afwijking van 78 RO wordt buiten toepassing gelaten indien aan het cassatieberoep ten grondslag is gelegd dat de rechter het door art. 6 EVRM gegarandeerde recht op een eerlijke en onpartijdige behandeling heeft veronachtzaamd. Het cassatieberoep is ontvankelijk. 2. Eerlijk proces. Bij de oplegging van de maatregel tot ontzetting uit het ambt van notaris heeft het hof niet gehandeld in strijd met het door art. 6 EVRM gegarandeerde recht van de oud-notaris op een eerlijke en onpartijdige behandeling van zijn zaak

NJB 2019/205

Tuchtprocesrecht. Samenhang met HR 18 januari 2019, nr. 16/05359, ECLI:NL:HR:2019:52 en HR 18 januari 2019, 18 januari 2019, nr. 17/03575, ECLI:NL:HR:2019:5, hierna afgedrukt. In een tuchtzaak tegen een oud-notaris legt de kamer voor het notariaat meermalen een berisping op en een waarschuwing. In hoger beroep legt het hof de maatregel van ontzetting uit het ambt op. De notaris gaat in cassatie. Hoge Raad: 1. Ontvankelijkheid. De in art. 94 lid 1 Wna vervatte afwijking van 78 RO wordt buiten toepassing gelaten indien aan het cassatieberoep ten grondslag is gelegd dat de rechter het door art. 6 EVRM gegarandeerde recht op een eerlijke en onpartijdige behandeling heeft veronachtzaamd. Het cassatieberoep is ontvankelijk. 2. Eerlijk proces. Bij de oplegging van de maatregel tot ontzetting uit het ambt van notaris heeft het hof niet gehandeld in strijd met het door art. 6 EVRM gegarandeerde recht van de oud-notaris op een eerlijke en onpartijdige behandeling van zijn zaak

Documentgegevens:

HR 18-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:51

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 18 januari 2019
Magistraten: Mrs. W.A.M. van Schendel, J. Wortel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien, E.F. Faase
Zaaknummer: 15/03129
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Juridische beroepen / Tuchtrecht
Staatsrecht / Rechtspraak
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2019:51, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑01‑2019
ECLI:NL:PHR:2016:471, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑06‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑07‑2015
Wetingang: (art. 6 EVRM; art. 94 Grondwet; art. 78 RO; art. 94 lid 1, art. 103 lid 8, art. 107 lid 4 en 5 Wna)

Essentie

Tuchtprocesrecht. Samenhang met HR 18 januari 2019, nr. 16/05359, ECLI:NL:HR:2019:52 en HR 18 januari 2019, 18 januari 2019, nr. 17/03575, ECLI:NL:HR:2019:5, hierna afgedrukt. In een tuchtzaak tegen een oud-notaris legt de kamer voor het notariaat meermalen een berisping op en een waarschuwing. In hoger beroep legt het hof de maatregel van ontzetting uit het ambt op. De notaris gaat in cassatie. Hoge Raad: 1. Ontvankelijkheid. De in art. 94 lid 1 Wna vervatte afwijking van 78 RO wordt buiten toepassing gelaten indien aan het cassatieberoep ten grondslag is gelegd dat de rechter het door art. 6 EVRM gegarandeerde recht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.