Einde inhoudsopgave
Spoorwegwet
Artikel 66
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
03-03-2021, Stb. 2021, 135 (uitgifte: 17-03-2021, kamerstukken: 35256)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-05-2021, Stb. 2021, 254 (uitgifte: 02-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Railvervoer
1.
Onze Minister kan onderzoek verrichten naar de oorzaken van ongevallen en incidenten op hoofdspoorwegen en naar andere onregelmatigheden in de afwikkeling van het spoorverkeer waardoor de veiligheid van het spoorverkeer of van daarbij betrokken personen in gevaar is gebracht of in gevaar gebracht had kunnen worden, indien hij dit onderzoek nodig acht ter evaluatie van de wettelijke voorschriften en het beleid op het terrein van de veiligheid van het spoorverkeer.
2.
Ten behoeve van het onderzoek hebben de door Onze Minister aangewezen ambtenaren jegens spoorwegondernemingen en de beheerder de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5:15 tot en met 5:19 van de Algemene wet bestuursrecht. De artikelen 5:12, 5:13 en 5:20, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing.
3.
Onze Minister is bevoegd tot overeenkomstige toepassing van artikel 5:20, derde lid, van de Algemeen wet bestuursrecht ter handhaving van het tweede lid.
4.
Onze Minister onthoudt zich van het onderzoek naar de oorzaken van ongevallen en incidenten op hoofdspoorwegen voorzover de Onderzoeksraad voor veiligheid naar het betreffende voorval een onderzoek instelt.