Einde inhoudsopgave
Landsverordening in-, uit- en doorvoer [Aruba]
Artikel 41
Geldend
Geldend vanaf 30-09-2016
- Bronpublicatie:
29-09-2016, Afkondigingsblad van Aruba 2016, 50 (uitgifte: 29-09-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-09-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-09-2016, Afkondigingsblad van Aruba 2016, 50 (uitgifte: 29-09-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Aruba
1.
Voor schepen in geregelde dienst van scheepvaartondernemingen in welker vaarplan het binnenland is opgenomen, die binnenkomen enkel om goederen bij te laden of passagiers te ontschepen of op te nemen en daarna weder zee te kiezen, behoeven de vracht lijsten alleen te vermelden de soort en het getal der colli of der losse voorwerpen en de soort en de hoeveelheid der gestorte goederen.
2.
In de in het eerste lid bedoelde gevallen zal steeds bewaking worden toegepast en zullen de schippers gehouden zijn, zo dikwijls zulks door of namens de Inspecteur wordt verlangd, de ladingspapieren te vertonen.
3.
Wanneer wegens averij, verandering van bestemming of andere dergelijke redenen de lading geheel of gedeeltelijk moet worden gelost, kan de Inspecteur, onder de nodige voorzieningen op kosten van de schipper, vergunning daartoe verlenen, mits voor de goederen die niet met hetzelfde schip worden uitgevoerd, alsnog een nadere akte van inklaring wordt ingeleverd, met bijvoeging van vrachtlijsten overeenkomstig artikel 31.
4.
De inlevering van zodanige vrachtlijsten voor de gehele lading is verplicht, wanneer deze schepen om andere dan de bedoelde redenen last breken of langer dan acht dagen verblijven, en zijn alsdan de gewone regelen omtrent de invoer toepasselijk.
5.
De Inspecteur kan bij uitzondering toestaan dat voor enkele colli de akte van inklaring wordt aangezuiverd door lossing overeenkomstig de bepalingen van deze landsverordening.