Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/350
Medeplichtigheid aan witwassen, meermalen gepleegd, art. 420bis Sr. Middelen m.b.t. 1. ontvankelijkheid OM in h.b. na verkeerd vermelden datum vonnis in appelakte, 2. bewijs (medeplichtigheid aan) witwassen en 3. verwerping beroep schending redelijke termijn in feitelijke aanleg. HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 19/02131, 19/02132, 19/02135, 19/02163, 19/02224 en 20/00970.
HR 16-03-2021, ECLI:NL:HR:2021:382
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 maart 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, J.C.A.M. Claassens, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
19/02238
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:382, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑03‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:268, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑01‑2021
Essentie
Medeplichtigheid aan witwassen, meermalen gepleegd, art. 420bis Sr. Middelen m.b.t. 1. ontvankelijkheid OM in h.b. na verkeerd vermelden datum vonnis in appelakte, 2. bewijs (medeplichtigheid aan) witwassen en 3. verwerping beroep schending redelijke termijn in feitelijke aanleg. HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 19/02131, 19/02132, 19/02135, 19/02163, 19/02224 en 20/00970.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/02238
Datum 16 maart 2021
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 23 april 2019, nummer 22-003508-15, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.