Belastingblad 2019/166
Proceskostenvergoeding incidentele hoger beroep onjuist vastgesteld
HR 15-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:352, m.nt. R.T. Wiegerink
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 maart 2019
- Magistraten
Mrs. J. Wortel, A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, P.A.G.M. Cools
- Zaaknummer
18/03846
- Noot
R.T. Wiegerink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS45081:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Proceskostenvergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:352, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑03‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑03‑2019
Essentie
Proceskostenvergoeding incidentele hoger beroep onjuist vastgesteld
Uitspraak
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 6 september 2018, nr. 17/00747 (Red.: Belastingblad 2018/426, m.nt. C.M. Bergman), op het hoger beroep van belanghebbende en het incidentele hoger beroep van de heffingsambtenaar van de gemeente Eindhoven tegen een uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant (nr. SHE 17/840 (Red.: Belastingblad 2018/41, m.nt. J.A. Monsma)) betreffende een aan belanghebbende opgelegde naheffingsaanslag in de parkeerbelasting van de gemeente ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.