Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 1004 [Collectief verzoekschrift]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Redactionele toelichting
Bij de tekstplaatsing zijn de verwijzingen in de artikelen vernummerd.
- Bronpublicatie:
14-12-2001, Stb. 2001, 623 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken: 26855)
06-12-2001, Stb. 2001, 580 (uitgifte: 18-12-2001, kamerstukken: 26855)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2001, Stb. 2001, 621 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
10-12-2001, Stb. 2001, 621 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Burgerlijk procesrecht / Rechtspleging van onderscheiden aard
Een verzoekschrift als bedoeld in artikel 242, tweede lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, dat wordt ingediend namens of mede namens de leden van een vereniging die ten doel heeft de behartiging van belangen van personen die een beroep of bedrijf uitoefenen, dan wel namens of mede namens de gewezen leden van een in eerste aanleg mede-gedagvaarde, doch inmiddels ontbonden vereniging als hiervoor bedoeld, behoeft, in afwijking van het bepaalde in artikel 278, de voornamen, de naam en de woonplaats of het werkelijk verblijf van deze verzoekers niet afzonderlijk te vermelden.