Rb. Rotterdam, 21-03-2013, nr. C/10/419055 / KG ZA 13-161
ECLI:NL:RBROT:2013:BZ4905
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
21-03-2013
- Zaaknummer
C/10/419055 / KG ZA 13-161
- LJN
BZ4905
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Vermogensrecht (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBROT:2013:BZ4905, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 21‑03‑2013; (Kort geding)
- Wetingang
- Vindplaatsen
AB 2013/151 met annotatie van R. Stijnen
Gst. 2013/86 met annotatie van C.N. van der Sluis
AA20130681 met annotatie van L.J.A. Damen
JG 2013/32 met annotatie van R. Stijnen
JG 2013/24 met annotatie van R. Stijnen
Uitspraak 21‑03‑2013
Inhoudsindicatie
Gemeente Dordrecht treedt handhavend op tegen illegale kamerverhuurder. Illegale kamerverhuurder reageert met het indienen van honderden bezwaar- en beroepschriften en verzoeken op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur, met de erkenning dat hij dat doet om te "zieken." De gemeente Dordrecht vordert in een civiel kort geding een verbod om meer dan 10 verzoeken per maand (uitgezonderd bezwaren en beroepen) te doen. Eis toegewezen wegens misbruik van bevoegdheid.
vonnis
RECHTBANK ROTTERDAM
team handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/419055 / KG ZA 13-161
Vonnis in kort geding van 21 maart 2013
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE DORDRECHT,
zetelend te Dordrecht,
eiseres,
advocaat mr. A.C.G. Kaijen,
tegen
[GEDAAGDE],
wonende te Dordrecht,
gedaagde,
advocaat mr. J. van Meerkerk.
Partijen zullen hierna de gemeente Dordrecht en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van de gemeente Dordrecht
- de pleitnota van [gedaagde].
2. De feiten
2.1. De gemeente Dordrecht heeft haar beleid om illegale kamerverhuur tegen te gaan sinds 2008 geïntensiveerd.
2.2. [gedaagde] is eigenaar van circa 42 panden in Dordrecht, die hij geheel of gedeeltelijk kamergewijs verhuurt, of verhuurde. De gemeente Dordrecht heeft aan [gedaagde] dwangsommen opgelegd en bestuursdwang toegepast (sluiting panden) wegens illegale kamerverhuur. De gemeente Dordrecht heeft in 2012 twee panden van [gedaagde] executoriaal doen verkopen wegens niet betaalde dwangsommen. Deze executoriale verkopen vonden plaats in juni en oktober 2012.
2.3. In het Algemeen Dagblad/ Drechtsteden is diverse malen aandacht besteed aan het geschil tussen de gemeente Dordrecht en [gedaagde], onder meer met de navolgende berichtgeving:
-Algemeen Dagblad/ De Dordtenaar van 25 juni 2012:
‘[gedaagde] zelf is niet geschrokken van de executieverkoop: “.. Ik ga nu weer honderden procedures aanspannen, gewoon om te zieken. Het interesseert me niet eens meer of ik ze win of niet.”’
-Algemeen Dagblad/ De Dordtenaar van 29 juni 2012:
‘[gedaagde] dreigt terug te slaan met nog meer juridische procedures: “Als ze dit pand voor 50.000 euro hebben verkocht ga ik 1000 nieuwe procedures starten. Als ze denken dat ze me zo kunnen aanpakken zitten ze er finaal naast.”’
2.4. In een faxbericht van 2 juli 2012 schrijft [gedaagde] aan de gemeente Dordrecht:
“Nav uw opdracht om mijn eigendom openbaar te laten veilen deel ik u mede dat ik zeer verheugd ben met de lage opbrengst die ten goede van de Gemeente Dordrecht is gekomen.
De door u getoucheerde bedrag en een tienvoud daatvan zal u weer moeten uitgeven in de procedures die ik heb aangespannen en zal aanspannen voor nu en in de toekomst om uw ambtenaren of dure ingehuurde juristen bezig te houden daar zij anders mogelijk zullen worden ontslagen ivm de huidige crisis.
Het voordeel van deze vele procedures is dat jullie ook door de bomen het bos niet
meer kunnen zien en ook te laat buiten de reguliere termijn beslissen op mijn
verzoeken bezwaarehrfften en daardoor op basis van de WET Dwangsom bij niet
tijdig beslissen mij dwangsommen moeten betalen.
Ik zal de woning zoals ik ten tijde van de veiling heb verkondigd de woning opeisen bij de huidige nieuwe eigenaar en zal mijn schade € 0,00 bedragen.”
2.5. In een brief van 14 juli 2012 schrijft [gedaagde] aan de gemeente Dordrecht:
“Hierbij deel ik u mede dat u als ten eerste u, u eigen moet afvragen waarom een burger nu inmiddels denk ik bijna 500 procedures zou willen opstarten tegen de lokale overheid en dienen alle door mij gestarte procedures een doel op zich en zal ik ook de komende tijd elke kans en of mogelijkheid aangrijpen om mijn belangen te verdedigen.
…
Tav van uw opmerking “zieken” zou ik dat willen uitleggen als spelde prikken en een beetje treiteren en komen we later wel aan het echte zieken indien daar de noodzaak of aanleiding voor zou zijn.
…
Daar u een overheid vertegenwoordigt die niet te vertrouwen is zal ik ook nooit meer aan tafel zitten om dit geschil voor nu of in de toekomst op te lossen en zijn wij tot in jaren aan elkaar gedoemd.
…
Het moreel en moraal van de uitvoerende afdelingen van de Gemeente Dordrecht zal ook telkens male afnemen en zullen zij dit aan hun meerdere hierover komen klagen dat zij het een zinloze strijd vinden en het geen uitdaging meer vinden om te werken bij de diverse afdelingen.
Heden ochtend heb ik weer met plezier het nieuws mogen vernemen dat u weer glansrijk uw rechtszaak tegen Coffeeshop [X] heeft verloren en heb ik steeds meer het idee gekregen dat de meeste ambtenaren die voor u werken steeds meer moeite hebben om hun taken uit te voeren in opdracht van u die tot niets leiden en alleen maar verlies in aanzien oplevert voor de Gemeentelijke afdelingen.
Mijn doel is ook zeker om zelf het top beeld van burgerlijke ongehoorzaamheid ten toon te spreiden en ook de mensen die ik ken of spreek om ook maar vooral bezwaar en bezwaar aan te tekenen tegen de Gemeente Dordrecht in dien zij in hun belangen worden geraakt u heeft recent bij de Coffeeshop beleid en bij de bepaling van de WOZ beschikkingen hiervan de advertenties gelezen en gezien in de lokale dagbladen.
Resumerend u gaat uw ingeslagen weg in en ik ook en we zien wel wie als eerste
terugkrabbelt maar ik kan u nu al verzekeren dat ik dat niet zal zijn en ik heb op de veiling van 27-07-2012 gezegd dat de Gemeente Dordrecht het pand in zijn reet kan steken om zich zelf te bevredigen en indien zij nog niet genoeg hebben kunnen ze doorgaan met de andere executies.”
3. Het geschil
3.1. De gemeente Dordrecht vordert om aan [gedaagde] een verbod op te leggen om zich gedurende twee jaar vaker dan 10 keer per maand, dan wel een door de voorzieningen-rechter in goede justitie te bepalen termijn en aantal, met brieven, faxen of e-mails tot de gemeente Dordrecht te richten, behalve voor zover deze brieven, faxen of e-mails betrekking hebben op vergunningaanvragen door of namens [gedaagde] ingediend, dan wel betrekking hebben op bezwaar- en beroepschriften van [gedaagde] tegen de gemeente Dordrecht tegen beschikkingen die de gemeente Dordrecht aan [gedaagde] heeft gericht, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 300,-, of een bedrag in goede justitie te bepalen, per overtreding, uitvoerbaar bij voorraad, op de minuut en op alle dagen en uren.
3.2. De gemeente Dordrecht stelt daartoe dat het geschil met [gedaagde] sinds de executoriale verkoop van 2 panden van [gedaagde] is geëscaleerd. [gedaagde] heeft laten weten dat hij het geschil als een persoonlijke vete opvatte en honderden procedures zou gaan opstarten. Sindsdien wordt de gemeente Dordrecht dagelijks daadwerkelijk geconfronteerd met vele bezwaarschriften, handhavingsverzoeken, beroepsprocedures, verzoeken op grond van de Wet Openbaarheid Bestuur, ingebrekesstellingen en aansprakelijkstellingen, dit met het uitsluitende doel zand in het bestuursapparaat te strooien en chaos te creëren. De gemeente Dordrecht begroot de kosten die gemoeid zijn met afhandeling van de bezwaren en verzoeken van [gedaagde] op € 400.000,- per jaar, dit terwijl de gemeente Dordrecht moet bezuinigen op publieke voorzieningen zoals zwembaden en bibliotheken.
De gemeente Dordrecht beroept zich op uitspraken van het Gerechtshof Arnhem d.d. 8 februari 2005, NJF 2005,227 en de Voorzieningenrechter Rechtbank ’s-Gravenhage d.d. 5 augustus 2004, NJ 2004,597.
3.3. [gedaagde] voert verweer.
3.4. Op de (verdere) stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Het spoedeisend belang volgt uit de stellingen van de gemeente Dordrecht.
4.2. Een bestuursrechtelijke kort gedingprocedure (een voorlopige voorziening bij de bestuursrechter) staat voor de gemeente Dordrecht niet open. Een dergelijke rechtsgang staat slechts open voor de wederpartij van een bestuursorgaan dat een appelabel besluit neemt, maar niet voor het bestuursorgaan zelf. Daarbij komt dat de vordering van de gemeente Dordrecht niet ziet op vergunningsaanvragen van [gedaagde] en bezwaar- en beroepschriften in zaken waarin hij belanghebbende is. De gemeente Dordrecht kan dus in haar onderhavige vordering worden ontvangen.
4.3. Bevoegdheden (rechten) kunnen misbruikt worden. Art. 3:13 BW bepaalt hierover:
“ 1. Degene aan wie een bevoegdheid toekomt, kan haar niet inroepen, voor zover hij haar misbruikt.
2. Een bevoegdheid kan onder meer worden misbruikt door haar uit te oefenen met geen ander doel dan een ander te schaden of met een ander doel dan waarvoor zij is verleend of in geval men, in aanmerking nemende de onevenredigheid tussen het belang bij de uitoefening en het belang dat daardoor wordt geschaad, naar redelijkheid niet tot die uitoefening had kunnen komen.
3. Uit de aard van een bevoegdheid kan voortvloeien dat zij niet kan worden misbruikt.”
4.4. Art. 3:13 BW maakt onderdeel uit van het vermogensrecht. De rechtsbetrekking tussen de gemeente Dordrecht en [gedaagde] is echter niet vermogensrechtelijk, maar bestuursrechtelijk van aard.
4.5. Ingevolge art. 3:15 BW vindt artikel 3:13 BW ook buiten het vermogensrecht toepassing, dit voor zover de aard van de rechtsbetrekking zich daartegen niet verzet.
4.6. De bestuursrechtelijke aard van een rechtsbetrekking staat er op zich niet aan in de weg dat ook in die verhouding een bevoegdheid kan worden misbruikt, door een burger jegens de overheid. Dit oordeel vindt bevestiging in eerdere jurisprudentie van zowel de civiele rechter als de bestuursrechter (vgl. Gerechtshof Arnhem 7 oktober 2004, LJN AR4836; Rechtbank Zutphen 30 december 2004, JB 2005/55; impliciet ook Vz. ABRvS 1999, JB 1999/ 268).
4.7. Wel brengt de aard van de verhouding tussen overheid en burger mee dat minder snel mag worden aangenomen dat sprake is van misbruik van bevoegdheid dan in de verhouding tussen burgers onderling. De positie van de overheid verschilt immers wezenlijk van die van willekeurige burgers onderling. Aan de overheid komen bevoegdheden toe met een soms zeer verstrekkend karakter, die een willekeurige burger als regel niet pleegt te hebben, getuige alleen al het handhavend optreden door de gemeente Dordrecht ter zake van de illegale kamerverhuur door [gedaagde]. Een burger moet de nodige ruimte worden geboden om tegen de overheid te kunnen opkomen in een gerezen conflict met die overheid. Deze ruimte is echter niet onbegrensd.
4.8. In dit geval is, naar voorlopig oordeel, voormelde grens door [gedaagde] overschreden. Daarbij is het volgende van belang.
4.9. Ter zitting heeft de voorzieningenrechter aan [gedaagde] de vraag voorgelegd of hij correct is geciteerd in het Algemeen Dagblad/ Drechtsteden van 25 juni 2012 en van 29 juni 2012. [gedaagde] heeft daarop bevestigend geantwoord, zij het dat [gedaagde] daarbij tevens heeft verkondigd dat zijn verklaring geen bewijs oplevert.
4.10. Een verklaring van [gedaagde] ter zitting kan echter wel degelijk als bewijsmiddel dienen. Nu [gedaagde] zelf ter zitting heeft erkend dat hij honderden procedures aanspant “gewoon om te zieken” is de conclusie gerechtvaardigd dat [gedaagde] zijn bevoegdheid gebruikt met geen ander doel dan de gemeente Dordrecht te schaden. Dit blijkt ook uit de onder rov. 2.4 en 2.5 aangehaalde brieven van [gedaagde]. Dit levert misbruik van bevoegdheid op.
4.11. De raadsman van [gedaagde] heeft weliswaar ter zitting nog betoogd dat [gedaagde] zijn uitlatingen heeft gedaan in een bepaalde emotionele toestand, maar dit noopt niet tot een ander oordeel, nu dit het erkende oogmerk om te “zieken” niet wegneemt.
4.12. Aan het oordeel dat sprake is van misbruik van bevoegdheid dragen verder bij de statistische gegevens die de gemeente Dordrecht heeft overgelegd. In 2012 heeft [gedaagde] ingediend:
- 791 bezwaarschriften. Dat is 48% van het totaal van 1661 in 2012 (weliswaar vallen de bezwaarschriften niet onder het gevorderde verbod, maar zij tonen wel mede de werkbelasting aan).
- 467 Wob-verzoeken (Wet Openbaarheid van Bestuur). Dat is 61 % van het totaal van 760 in 2012.
- 41 handhavingsverzoeken. Dat is 59 % van het totaal van 69 in 2012.
In totaal lopen er volgens de gemeente Dordrecht nu 2247 procedures.
4.13. Deze aantallen zijn niet weersproken. De gemeente Dordrecht heeft circa 119.000 inwoners. Ook als in acht wordt genomen dat [gedaagde] circa 42 panden in eigendom heeft en als zodanig meer in contact met de gemeente Dordrecht zal komen dan een willekeurige ingezetene, dan nog komt de aandacht die [gedaagde] vraagt van het gemeentelijk bestuursapparaat disproportioneel voor. Het misbruik volgt uit de eigen erkenning van [gedaagde] en de buitengewoon grote omvang van dit misbruik volgt uit deze statistische gegevens met betrekking tot zijn inzendingen.
4.14. Als [gedaagde] niet slechts het oogmerk heeft om te “zieken”, maar, zoals uit zijn verweer valt op te maken, mede om het bestuurlijk en ambtelijk apparaat van de gemeente Dordrecht onevenredig te belasten en de gemeente Dordrecht aldus te dwingen haar
-wettelijk en democratisch gelegitimeerde- beleid tot bestrijding van illegale kamerverhuur op te geven, dan nog is steeds sprake van misbruik van bevoegdheid. Een gemeente beschikt nu eenmaal over gelimiteerde middelen en mensen, waardoor aannemelijk is dat de grote aandacht die [gedaagde] van de gemeente Dordrecht vergt ten koste gaat van andere taken die de gemeente uitoefent, dan wel een ongerechtvaardigde uitbreiding zou vergen van het bestuursapparaat, waarvan de kosten moeten worden voldaan uit gemeenschapsgeld.
4.15. De vordering zal dus worden toegewezen. De dwangsom zal op na te melden wijze worden gemaximeerd.
4.16. Aangezien zonder tijdsverlies een grosse zal worden afgegeven, bestaat geen aanleiding om de uitspraak “uitvoerbaar op de minuut” te verklaren. De gemeente Dordrecht heeft niet onderbouwd waarom de beslissing uitvoerbaar moet worden verklaard “op alle dagen en uren” (buiten kantooruren) zodat ook dat deel van de vordering zal worden afgewezen.
4.17. [gedaagde] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van de gemeente Dordrecht. Deze kosten worden begroot op € 1.415,-,
waarvan € 816,- aan salaris advocaat (standaardtarief kort geding, volgens de Liquidatietarieven) en € 589,- aan griffierecht.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
5.1. verbiedt het [gedaagde] om zich gedurende twee jaar vaker dan 10 keer per maand met brieven, faxen of e-mails tot de gemeente Dordrecht te richten, behalve voor zover deze brieven, faxen of e-mails betrekking hebben op vergunningaanvragen door of namens [gedaagde] ingediend, dan wel betrekking hebben op bezwaar- en beroepschriften van [gedaagde] tegen de gemeente Dordrecht tegen beschikkingen die de gemeente Dordrecht aan [gedaagde] heeft gericht, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 300,- per overtreding, met een maximum van € 100.000,- en uitvoerbaar bij voorraad per overtreding;
5.2. veroordeelt [gedaagde], uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten van de gemeente Dordrecht, tot op heden begroot op € 1.415,-;
5.3. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.D. Rentema en in het openbaar uitgesproken op 21 maart 2013.?