M en R 2019/106
Geen expliciet mer-beoordelingsbesluit voor bestemmingsplan woonwijk; strijd met mer-regelgeving kan niet worden gepasseerd met toepassing art. 6.22 Awb; in dit geval geen finale geschilbeslechting mogelijk; vernietiging bestemmingsplan zonder zitting.
ABRvS 09-07-2019, ECLI:NL:RVS:2019:2298, m.nt. J. Gundelach
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
9 juli 2019
- Magistraten
Uylenburg, Van Diepenbeek, Minderhoud
- Zaaknummer
201810229/3/R3
- Noot
J. Gundelach
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS91453:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2019:2298, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 09‑07‑2019
- Wetingang
(art. 7.19 leden 1 en 2 Wm; art. 2 lid 5 sub b, bijlage II, onderdeel D-11.2 Besluit m.e.r.; art. 6:22, art. 8:54 Awb)
Essentie
Geen expliciet mer-beoordelingsbesluit voor bestemmingsplan woonwijk; strijd met mer-regelgeving kan niet worden gepasseerd met toepassing art. 6.22 Awb; in dit geval geen finale geschilbeslechting mogelijk; vernietiging bestemmingsplan zonder zitting.
Samenvatting
Blijkens het verweerschrift is in dit geval geen m.e.r.-beoordelingsbesluit genomen. Ook is niet alsnog een m.e.r.-beoordelingsbesluit overgelegd. In het verweerschrift stelt de raad slechts dat met de terinzagelegging van het ontwerpplan en hetgeen is vermeld in paragraaf 4.11 van de toelichting bij het ontwerpplan impliciet is besloten om niet een MER op te stellen. Zoals de Afdeling heeft overwogen in haar uitspraak van 15 mei 2019, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.