Wet oneerlijke handelspraktijken landbouw- en voedselvoorzieningsketen
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2021
- Bronpublicatie:
03-03-2021, Stb. 2021, 178 (uitgifte: 15-04-2021, kamerstukken: 35642)
- Inwerkingtreding
01-11-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-05-2021, Stb. 2021, 260 (uitgifte: 04-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
1.
De bestuurlijke boete, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b, bedraagt ten hoogste € 900.000 of, indien dat meer is, 10% van de omzet van de overtreder.
2.
De bestuurlijke boete die ingevolge het eerste lid ten hoogste kan worden opgelegd wordt verhoogd met 100%, indien binnen een tijdvak van vijf jaar voorafgaand aan de dagtekening van het van de overtreding opgemaakte rapport, bedoeld in artikel 5:48, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, een aan die overtreder voor een eerdere overtreding van eenzelfde of een soortgelijk wettelijk voorschrift opgelegde bestuurlijke boete onherroepelijk is geworden.