Einde inhoudsopgave
Leidraad Invordering 2008
25a.1 Beoordeling zekerheid bij uitstel van betaling ter zake van exitheffingen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
06-12-2018, Stcrt. 2018, 68651 (uitgifte: 21-12-2018, regelingnummer: 2018-30717)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-2018, Stcrt. 2018, 68651 (uitgifte: 21-12-2018, regelingnummer: 2018-30717)
- Vakgebied(en)
Invordering (V)
Aan het uitstel van betaling voor exitheffingen kan de voorwaarde worden verbonden om zekerheid te stellen. De beoordeling of sprake is van voldoende zekerheid is een taak van de ontvanger. De ontvanger bepaalt dus bij het verlenen van uitstel van betaling voor exitheffingen of en tot welk bedrag de belastingschuldige zekerheid moet stellen. De ontvanger kan ook gedurende het uitstel (aanvullende) zekerheid vragen. De hoogte van de zekerheid hoeft niet in alle gevallen gelijk te zijn aan het bedrag van de exitheffing. Naarmate het invorderingsrisico voor de ontvanger groter is, zal de mate waarin zekerheid wordt verlangd ook toenemen. Factoren die van invloed zijn op de omvang van de te stellen zekerheid zijn:
- —
de verwachte duur van het uitstel: hoe langer het uitstel duurt, des te groter het invorderingsrisico;
- —
het fiscale gedrag van de ondernemer in kwestie: is aan de aangifte- en betalingsverplichtingen voldaan;
- —
de aard van de activa van de onderneming.