Einde inhoudsopgave
Wet intrekking vrijstelling van motorrijtuigenbelasting wegens invaliditeit
Artikel I
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2000
- Bronpublicatie:
22-12-1999, Stb. 1999, 579 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken: 26820)
- Inwerkingtreding
01-01-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-1999, Stb. 1999, 579 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken: 26820)
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
1.
Bevat wijzigingen in de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1966.
2.
In afwijking van het eerste lid blijft een krachtens het aldaar bedoelde artikel 9, eerste lid, letter e, verleende vrijstelling van kracht, mits de invalide ten behoeve van wie vrijstelling is verleend op 1 april 1983 de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt.
3.
Onder door Onze Minister te stellen voorwaarden wordt vrijstelling van motorrijtuigenbelasting verleend voor motorrijtuigen die uitsluitend worden gehouden ten gevolge van de invaliditeit van personen die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt.
4.
De vrijstelling, bedoeld in het tweede en derde lid, wordt met ingang van 1 april 1995 aangemerkt als een vrijstelling van motorrijtuigenbelasting geheven op grond van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994.