NJB 2016/456
Bewijsmotivering en toetsing in cassatie: of de door de feitenrechter in zijn bewijsmotivering vastgestelde feiten en omstandigheden juist zijn, kan in cassatie niet worden onderzocht. Dat geldt ook voor conclusies van feitelijke aard die de feitenrechter heeft getrokken uit de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vastgesteld. Dergelijke vaststellingen en gevolgtrekkingen kunnen in cassatie slechts op hun begrijpelijkheid worden onderzocht. In casu niet zonder meer begrijpelijke motivering door hof
HR 16-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:239
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 februari 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
15/00590
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:239, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2677, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑12‑2015
- Wetingang
(Sv art. 359)
Essentie
Bewijsmotivering en toetsing in cassatie: of de door de feitenrechter in zijn bewijsmotivering vastgestelde feiten en omstandigheden juist zijn, kan in cassatie niet worden onderzocht. Dat geldt ook voor conclusies van feitelijke aard die de feitenrechter heeft getrokken uit de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vastgesteld. Dergelijke vaststellingen en gevolgtrekkingen kunnen in cassatie slechts op hun begrijpelijkheid worden onderzocht. In casu niet zonder meer begrijpelijke motivering door hof
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld omdat zij – kort gezegd – ‘opzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet voornoemde [slachtoffer] met kracht meermalen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.