Einde inhoudsopgave
Regeling havenstaatcontrole 2011
Artikel 15
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2012
- Bronpublicatie:
27-02-2012, Stcrt. 2012, 4007 (uitgifte: 29-02-2012, regelingnummer: IENM/BSK-2012/13099)
- Inwerkingtreding
01-03-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-02-2012, Stcrt. 2012, 4007 (uitgifte: 29-02-2012, regelingnummer: IENM/BSK-2012/13099)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Indien een schip is aangehouden legt de ambtenaar van de Inspectie Leefomgeving en Transport bij de kennisgeving ingevolge artikel 8, derde lid, van de wet tevens het inspectierapport over. Bovendien doet hij, indien zulks van belang is, ook mededeling van de aanhouding, onder overlegging van het inspectierapport, aan de aangewezen inspecteurs of de erkende organisaties die verantwoordelijk zijn voor de afgifte van de classificatiecertificaten of de certificaten die namens de vlaggenstaat overeenkomstig de internationale verdragen worden afgegeven.
2.
Indien een schip is aangehouden wegens overtreding van de internationale voorschriften inzake de arbeids- en rusttijden volgens het verdrag, genoemd in artikel 1, onderdeel b, onder 6o van de wet, stelt de ambtenaar van de Inspectie Leefomgeving en Transport, naast de personen en instanties, genoemd in artikel 8, derde lid, van de wet, tevens de exploitant van het betrokken schip daarvan in kennis en vermeldt in de kennisgeving tevens welke vereiste corrigerende maatregelen noodzakelijk zijn.
3.
Op de opheffing van de aanhouding is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.
4.
Indien een schip, aangehouden in een andere havenstaat dan Nederland, in Nederland bij een reparatiewerf zal worden gerepareerd, stelt een ambtenaar van de Inspectie Leefomgeving en Transport de bevoegde autoriteit van de desbetreffende havenstaat in kennis van de maatregelen die in Nederland zijn genomen.
5.
Indien het in het vierde lid bedoelde schip zich niet naar de afgesproken reparatiewerf begeeft, waarschuwt een ambtenaar van de Inspectie Leefomgeving en Transport onmiddellijk de bevoegde instanties van alle andere bij het MOU aangesloten havenstaten.
6.
Indien een aangehouden schip een haven uitvaart zonder te voldoen aan de door de ambtenaar van de Inspectie Leefomgeving en Transport gestelde en goedgekeurde voorwaarden, waarschuwt deze onmiddellijk de bevoegde instanties van alle andere bij het MOU aangesloten havenstaten.