BNB 2022/103
Heffing in box 3 over 2017 en 2018. Massaalbezwaarprocedure en individuele procedure. Rechtsbescherming bij vermindering na massaalbezwaarprocedure. Ambtshalve vermindering
HR 20-05-2022, ECLI:NL:HR:2022:718, m.nt. P.G.H. Albert
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 mei 2022
- Magistraten
Mrs. Koopman, Wortel, Beukers-van Dooren, Boerlage, Cools
- Zaaknummer
21/03587
- Noot
P.G.H. Albert
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS658112:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:718, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑05‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑08‑2021
- Wetingang
Art. 25e lid 4 AWR; art. 9.6 Wet IB 2001; art. 45aa onderdeel b Uitv.reg. IB 2001
Essentie
Heffing in box 3 over 2017 en 2018. Massaalbezwaarprocedure en individuele procedure. Rechtsbescherming bij vermindering na massaalbezwaarprocedure. Ambtshalve vermindering
Samenvatting
Aan belanghebbende zijn aanslagen IB/PVV 2017 en 2018 opgelegd waarbij onder meer box 3-belasting is geheven. De Inspecteur heeft de hiertegen gerichte bezwaren van belanghebbende gesplitst in een deel dat betrekking heeft op de massaalbezwaarprocedure en een deel dat betrekking heeft op de vraag of de box 3-heffing voor belanghebbende een individuele en buitensporige last vormt, en heeft die laatste bezwaren ongegrond verklaard. Het Hof heeft de klachten van belanghebbende tegen die ongegrondverklaring verworpen.
HR: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.