Einde inhoudsopgave
Wet primair onderwijs BES
Artikel 50 Tussenschoolse opvang
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
01-07-2020, Stb. 2020, 235 (uitgifte: 08-07-2020, kamerstukken: 35102)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-11-2020, Stb. 2020, 469 (uitgifte: 24-11-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Primair onderwijs
1.
Het bevoegd gezag draagt zorg voor een voorziening voor leerlingen om de middagpauze onder toezicht door te brengen, indien ouders hierom verzoeken. Ingeval de voorziening, bedoeld in de eerste volzin, tot stand komt, draagt het bevoegd gezag er zorg voor dat:
- a.
er een overblijfaanpak tot stand komt,
- b.
overleg over de overblijfaanpak tot stand komt met degenen die met het toezicht op de leerlingen worden belast, en met de ouders,
- c.
het overblijven plaats vindt in een veilige en kindvriendelijke ruimte, en
- d.
ten minste de helft van degenen die met het toezicht op de leerlingen worden belast, een scholing heeft gevolgd op het gebied van het overblijven.
2.
De kosten die hieruit voortvloeien komen voor rekening van de ouders. Indien de leerlingen van de voorziening, bedoeld in de eerste volzin, gebruik maken, draagt het bevoegd gezag er zorg voor dat degene, die met het toezicht op de leerlingen wordt belast, voor wettelijke aansprakelijkheid verzekerd is. Het bevoegd gezag van een bijzondere school is, telkenmale voor de duur van een schooljaar, ontheven van de verplichting tot verzekering indien:
- a.
deze verplichting zich naar zijn oordeel niet verdraagt met de godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging die aan de school ten grondslag ligt; en
- b.
het bevoegd gezag van zijn oordeel mededeling heeft gedaan aan de ouders.
3.
Het bevoegd gezag van een school draagt op daarvoor met ouders afgesproken dagen, zorg voor de organisatie van opvang van leerlingen, op doordeweekse niet-schooldagen, niet zijnde algemeen erkende feestdagen en op schooldagen gedurende de voor- en naschoolse periode, tussen bij ministeriële regeling te bepalen tijdstippen, indien een of meer ouders hierom verzoeken. De kosten die uit de opvang als bedoeld in de eerste volzin voortvloeien, komen voor rekening van de ouders.