V-N 2015/61.6
Hof miskent dat indiening ingebrekestelling voor dwangsom ook onredelijk laat kan plaatsvinden
HR 13-11-2015, ECLI:NL:HR:2015:3293, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 november 2015
- Magistraten
Koopman, Schaap, Wortel
- Zaaknummer
14/01722
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS922296:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3293, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑11‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑11‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑05‑2014
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad is het niet eens met het uitgangspunt van Hof Arnhem-Leeuwarden dat een ingebrekestelling in beginsel op elk gewenst moment in de procedure kan plaatsvinden.
Samenvatting
Belanghebbende, X, is het niet eens met navorderingsaanslagen IB/PVV met boeten die zijn opgelegd in het kader van het project Bank Zonder Naam.
De Hoge Raad is het niet eens met het uitgangspunt van Hof Arnhem-Leeuwarden dat een ingebrekestelling in beginsel op elk gewenst moment in de procedure kan plaatsvinden. De Hoge Raad overweegt dat ingevolge art. 4:17 lid 6 onderdeel a Awb geen dwangsom is verschuldigd, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.