Einde inhoudsopgave
Mededingingswet
Artikel 25i [Integrale kosten]
Geldend
Geldend van 01-04-2013 tot 01-07-2025
- Bronpublicatie:
28-02-2013, Stb. 2013, 102 (uitgifte: 21-03-2013, kamerstukken: 33186)
- Inwerkingtreding
01-04-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-03-2013, Stb. 2013, 103 (uitgifte: 21-03-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / Economische machtsposities
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Een bestuursorgaan dat economische activiteiten verricht, brengt de afnemers van een product of dienst ten minste de integrale kosten van dat product of die dienst in rekening.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing:
- a.
indien de economische activiteiten strekken ter uitoefening van een bijzonder of uitsluitend recht in de zin van artikel 25a, onder c, respectievelijk b, en reeds voorschriften gelden omtrent de voor de desbetreffende activiteiten in rekening te brengen prijzen;
- b.
indien de economische activiteiten inhouden het verstrekken van gegevens die het bestuursorgaan heeft verkregen in het kader van de uitoefening van zijn publiekrechtelijke bevoegdheden of het verstrekken van gegevensbestanden die uit de genoemde gegevens zijn samengesteld;
- c.
op economische activiteiten die worden verricht door een onderneming die belast is met de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening, voor zover op deze activiteiten artikel 5 van die wet van toepassing is.
3.
Bij de vaststelling van de integrale kosten, bedoeld in het eerste lid, wordt voor de financiering met vreemd vermogen en met eigen vermogen voor zover dat redelijkerwijs aan de economische activiteiten kan worden toegerekend, een bedrag in aanmerking genomen dat niet lager is dan de lasten die in het normale handelsverkeer gebruikelijk zijn voor de financiering van ondernemingen.
4.
Op verzoek van de Autoriteit Consument en Markt toont een bestuursorgaan aan dat het heeft voldaan aan de in het eerste lid bedoelde verplichting.