Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/2303 inzake het Asielagentschap van de Europese Unie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 439/2010
Artikel 8 Opleiding
Geldend
Geldend vanaf 19-01-2022
- Bronpublicatie:
15-12-2021, PbEU 2021, L 468 (uitgifte: 30-12-2021, regelingnummer: 2021/2303)
- Inwerkingtreding
19-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2021, PbEU 2021, L 468 (uitgifte: 30-12-2021, regelingnummer: 2021/2303)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
EU-recht / Instituties
1.
Het Agentschap organiseert, ontwikkelt en toetst opleidingen voor zijn eigen personeel, het personeel van relevante nationale overheidsdiensten en rechterlijke instanties, alsook van de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor asiel en opvang.
2.
Het Agentschap ontwikkelt in lid 1 bedoelde opleidingen in nauwe samenwerking met de lidstaten, en, in voorkomend geval, met het Europees Grens- en kustwachtagentschap, het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, opgericht bij Verordening (EG) nr. 168/2007 van de Raad (1), alsook met relevante opleidingsinstanties, academische instellingen, verenigingen voor rechtspraak, opleidingsnetwerken en organisaties.
3.
Het Agentschap ontwikkelt een Europees asielcurriculum en houdt daarbij rekening met de bestaande samenwerking in de Unie op het gebied van asiel, teneinde beste werkwijzen en hoge normen bij de toepassing van het Unierecht inzake asiel te bevorderen.
De lidstaten ontwikkelen op basis van het Europees asielcurriculum en op grond van de krachtens het Unierecht inzake asiel op hen rustende verplichtingen passende opleidingen voor hun personeel en integreren de belangrijkste onderdelen van dat curriculum in die opleidingen.
4.
De door het Agentschap geboden opleidingen zijn van hoge kwaliteit en zorgen ervoor dat kernbeginselen en beste werkwijzen worden geïdentificeerd teneinde meer convergentie van administratieve methoden, beslissingen en rechtspraktijken te verzekeren, met volledige inachtneming van de onafhankelijkheid van de nationale rechterlijke instanties.
Als onderdeel van het Europees asielcurriculum hebben de door het Agentschap aangeboden opleidingen in het bijzonder betrekking op:
- a)
internationale en Unienormen inzake grondrechten, en met name de bepalingen van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het ‘Handvest’), evenals het internationaal en Unierecht inzake asiel, met inbegrip van specifieke juridische aangelegenheden en rechtspraak;
- b)
aangelegenheden in verband met de vaststelling of een verzoeker in aanmerking komt voor internationale bescherming en de rechten van personen die internationale bescherming genieten;
- c)
aangelegenheden in verband met de verwerking van verzoeken om internationale bescherming;
- d)
gesprekstechnieken;
- e)
beoordeling van bewijs;
- f)
relevante rechtspraak van nationale rechterlijke instanties, het Hof van Justitie van de Europese Unie, het Europees Hof voor de rechten van de mens, en andere relevante ontwikkelingen op het gebied van het asielrecht;
- g)
aangelegenheden inzake vingerafdrukgegevens, met inbegrip van gegevensbeschermingsaspecten, gegevenskwaliteit en gegevensbeveiligingsvereisten;
- h)
het gebruik van medische en juridische deskundigenverslagen in de procedure voor internationale bescherming;
- i)
aangelegenheden in verband met het opstellen en het gebruik van informatie over derde landen;
- j)
opvangvoorzieningen;
- k)
aangelegenheden in verband met minderjarigen, in het bijzonder niet-begeleide minderjarigen, onder meer wat betreft de beoordeling van het belang van het kind, specifieke procedurele waarborgen zoals de eerbiediging van het recht van het kind om te worden gehoord en andere aangelegenheden betreffende de bescherming van kinderen, methoden voor het vaststellen van de leeftijd, en opvangvoorzieningen voor kinderen en gezinnen;
- l)
aangelegenheden in verband met verzoekers die bijzondere procedurele waarborgen behoeven, verzoekers met bijzondere opvangbehoeften en andere personen die in een kwetsbare positie verkeren, met bijzondere aandacht voor slachtoffers van foltering, slachtoffers van mensenhandel en aanverwante gendergevoelige aangelegenheden;
- m)
aangelegenheden in verband met tolken en culturele bemiddeling;
- n)
aangelegenheden in verband met hervestiging;
- o)
aangelegenheden in verband met de behandeling van herplaatsingsprocedures;
- p)
vaardigheden op het gebied van weerbaarheid en stressmanagement, met name voor personeel in een leidinggevende functie.
5.
Het Agentschap biedt algemene, specifieke of thematische opleidingen aan, alsook ad-hocopleidingsactiviteiten, onder meer met gebruikmaking van de ‘leid de opleiders op’-methodiek en e-learning.
6.
Het Agentschap neemt de nodige initiatieven om te controleren, en, indien passend, ervoor te zorgen dat de deskundigen, waaronder deskundigen die niet bij het Agentschap in dienst zijn, die deel uitmaken van de asielondersteuningsteams met het oog op hun deelname aan de door het Agentschap georganiseerde operationele activiteiten de noodzakelijke opleiding hebben gekregen die relevant is voor hun taken en functies.
Het Agentschap biedt de in de eerste alinea bedoelde deskundigen indien nodig en voorafgaand aan of op het moment dat zij worden ingezet, opleiding aan die toegespitst is op de operationele en technische bijstand die in de betrokken lidstaat (de ‘gastlidstaat’) wordt geboden.
7.
Het Agentschap kan op het grondgebied van een lidstaat of derde land in samenwerking met die lidstaat of dat derde land opleidingsactiviteiten organiseren.
Voetnoten
Verordening (EG) nr. 168/2007 van de Raad van 15 februari 2007 tot oprichting van een Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (PB L 53 van 22.2.2007, blz. 1).