Aanvaring, bepaling van ladingschade, bewijs

Documentgegevens:

Instantie: Hoge Raad
Datum: 23 september 2005
Zaaknummer: C04/157HR
LJN: AT5521
Vakgebied(en): Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2005:AT5521, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑09‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AT5521, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑09‑2005
Wetingang: art. 166 Rv; art. 401a Rv

Essentie

Op 27 juli 1993 loopt het zeeschip 'Ararat' van de Rederij met een

lading erts aan boord aan de grond op de Orinoco. Vervolgens is het

schip aangevaren door het zeeschip 'Federal Schelde'. De Ararat wordt,

na gedeeltelijk te zijn gelost, vlot getrokken door sleepboten. Daarna

wordt de geloste lading weer aan boord gebracht. De rederij heeft de

schade, kosten en opofferingen in verband met de genoemde evenementen

averij-grosse verklaard. Verweersters sub 11 en 12 hebben als

rechthebbenden op het ijzer average bonds gesteld. De verzekeraars,

verweersters 1 tot en met 10, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.