Einde inhoudsopgave
Goedkeuringsrijkswet Anti-folterverdrag
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 26-10-1988
- Bronpublicatie:
29-09-1988, Stb. 1988, 477 (uitgifte: 25-10-1988, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 19617 Overheid.nl: 19617)
- Inwerkingtreding
26-10-1988
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-09-1988, Stb. 1988, 477 (uitgifte: 25-10-1988, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 19617Overheid.nl: 19617)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Rijkswet van 29 september 1988, houdende goedkeuring van het op 10 december 1984 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (Trb. 1985, 69)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het op 10 december 1984 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Grondwet, de goedkeuring van de Staten-Generaal behoeft alvorens het Koninkrijk daaraan kan worden gebonden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: