NJ 2015/297
Voorwaardelijk middel van A-G bij het hof in ontnemingszaak kan niet worden aangemerkt als cassatiemiddel.
HR 09-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3548, m.nt. M.J. Borgers
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 december 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
12/02923
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
M.J. Borgers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110593:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3548, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑12‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:2261, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑10‑2014
- Wetingang
Essentie
Het OM heeft cassatieberoep ingesteld tegen de vrijspraak in de hoofdzaak en tegen de afwijzing van de ontnemingsvordering. In de onderhavige ontnemingszaak wordt een middel voorgesteld onder de voorwaarde dat de Hoge Raad in de hoofdzaak het bestreden arrest vernietigt, omdat de afwijzing van de ontnemingsvordering dan op onjuiste gronden berust.
Het middel ziet eraan voorbij dat een uitspraak op een ontnemingsvordering eerst kan worden tenuitvoergelegd nadat en voor zover de veroordeling in de strafzaak in kracht van gewijsde is gegaan, terwijl een uitspraak in een ontnemingszaak van rechtswege vervalt doordat en voor zover de uitspraak als gevolg ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.