Einde inhoudsopgave
Wet gemeenschappelijke regelingen
Artikel 84 [Schakelbepaling]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2022
- Bronpublicatie:
15-12-2021, Stb. 2022, 18 (uitgifte: 18-01-2022, kamerstukken: 35513)
- Inwerkingtreding
01-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-03-2022, Stb. 2022, 128 (uitgifte: 30-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Staatsrecht / Bestuur
Staatsrecht / Decentralisatie
1.
De artikelen 8 tot en met 26 zijn van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 20, vierde lid, en met dien verstande dat:
- a.
bij de toepassing van artikel 10, vierde lid, voor ‘artikel 81p, eerste lid, van de Gemeentewet’ wordt gelezen: artikel 79q, eerste lid, van de Provinciewet of artikel 51b, eerste lid, van de Waterschapswet;
- b.
bij de toepassing van artikel 16, vijfde lid, voor de woorden ‘artikel 25 van de Gemeentewet’ wordt gelezen: het bepaalde voor het orgaan dat het lid heeft aangewezen;
- c.
bij de toepassing van artikel 19b voor ‘Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het provinciebestuur’ wordt gelezen: Onze Ministers;
- d.
de ontheffing bedoeld in artikel 20, tweede lid, wordt verleend door Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
- e.
bij de toepassing van artikel 21, vierde lid, voor artikel 99 van de Gemeentewet wordt gelezen artikel 96 van de Provinciewet;
- f.
bij de toepassing van artikel 22, eerste lid, voor de artikelen 16, 17, 19, 20, 22, 26 en 28 tot en met 33 van de Gemeentewet wordt gelezen de artikelen 16, 17, 19, 20, 22, 26 en 28 tot en met 33 van de Provinciewet;
- g.
bij de toepassing van artikel 24, eerste lid, voor artikel 22 van de Gemeentewet wordt gelezen artikel 22 van de Provinciewet;
- h.
bij de toepassing van artikel 24, vierde lid, voor de artikelen 96 tot en met 99 van de Gemeentewet wordt gelezen de artikelen 93 tot en met 96 van de Provinciewet;
- i.
bij de toepassing van artikel 24a voor ‘Artikel 22 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing’ wordt gelezen ‘Artikel 22 van de Provinciewet en artikel 39 van de Waterschapswet zijn van overeenkomstige toepassing’ en voor ‘De artikelen 96, tweede en derde lid, 98 en 99 van de Gemeentewet’ wordt gelezen ‘De artikelen 94, tweede en derde lid, 95 en 96 van de Provinciewet en artikel 32a, tweede, derde en vierde lid, van de Waterschapswet’;
- j.
bij de toepassing van artikel 25, eerste lid, voor artikel 22 van de Gemeentewet en de artikelen 21, 23, eerste en tweede lid, van deze wet wordt gelezen artikel 22 van de Provinciewet en de artikelen 21, 23, eerste en tweede lid, van deze wet;
- k.
bij de toepassing van artikel 25, eerste lid jo artikel 21, vierde lid, voor artikel 99 van de Gemeentewet wordt gelezen artikel 96 van de Provinciewet;
- l.
bij de toepassing van artikel 26, eerste en tweede lid, voor ‘gemeentebestuur’ wordt gelezen ‘provinciebestuur’, voor ‘gemeente’ wordt gelezen ‘provincie’, voor ‘gemeenten’ wordt gelezen ‘provincies’ en voor ‘gemeenteblad’ wordt gelezen ‘provinciaal blad’.
2.
Wanneer is gehandeld in strijd met het eerste lid juncto artikel 20, eerste lid, is artikel X 7, eerste tot en met vijfde lid, van de Kieswet van overeenkomstige toepassing.