Rb. Oost-Brabant, 14-04-2017, nr. SHE 17/1165
ECLI:NL:RBOBR:2017:2241
- Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
- Datum
14-04-2017
- Zaaknummer
SHE 17/1165
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBOBR:2017:2241, Uitspraak, Rechtbank Oost-Brabant, 14‑04‑2017; (Mondelinge uitspraak, Voorlopige voorziening)
- Wetingang
art. 175 Gemeentewet
- Vindplaatsen
AB 2017/227 met annotatie van J.G. Brouwer, B. Roorda
Uitspraak 14‑04‑2017
Inhoudsindicatie
Noodbevel artikel 175 van de Gemeentewet. De burgemeester heeft kunnen vinden dat sprake is van een geval van ernstige vrees voor het ontstaan van ernstige wanordelijkheden. De burgemeester heeft voldoende gemotiveerd dat minder zware bevoegdheden dan een noodbevel geen uitkomst zouden bieden. De burgemeester heeft in redelijkheid gebruik kunnen maken van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 175 van de Gemeentewet.
Partij(en)
RECHTBANK OOST-BRABANT
Zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch
Bestuursrecht
zaaknummer: SHE 17/1165
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 14 april 2017 in de zaak tussen
Stichting Nederlands Eritrees Platvorm, te Uithoorn, de stichting
(gemachtigde: mr. B.J.W. Walraven),
en
de burgemeester van de gemeente Veldhoven, de burgemeester
(gemachtigde: J.F.M. Wasser).
Zitting hebben:
mr. H.M.H. de Koning, voorzieningenrechter, en
P.L.M.M. Mulders, griffier.
Procesverloop
Bij besluit van 13 april 2017 (het bestreden besluit) heeft de burgemeester, op grond van artikel 175 van de Gemeentewet, bevolen:
de meerdaagse conferentie van YPFDJ Holland in Hotel NH Eindhoven, Conference Centre Koningshof, gelegen aan de Locht 117 te Veldhoven, (hierna: Koningshof) geen doorgang te laten vinden;
dat alle aanwijzingen en bevelen ter uitvoering van dit bevel, gegeven door ambtenaren van politie of bevoegd gezag, na eerste aanzegging onmiddellijk opgevolgd dienen te worden.
De stichting heeft tegen het bestreden besluit bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter van deze rechtbank verzocht om hangende dat bezwaar een voorlopige voorziening te treffen die zou moeten inhouden dat het bestreden besluit wordt geschorst.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 april 2017. De stichting heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. De burgemeester is verschenen en werd bijgestaan door zijn gemachtigde.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af.
Overwegingen
Feiten
1. De burgemeester heeft in bestreden besluit vermeld dat:
“(…)
bekend is dat van 13 april 2017 tot 17 april 2017 een meerdaagse conferentie zou worden georganiseerd door de Eritrese jongerenvereniging YPFDJ Holland in het Hotel NH Eindhoven Conference Centre Koningshof (hierna: Koningshof), gelegen aan het adres Locht 117 te Veldhoven;
gebleken is dat de aard en context van deze conferentie tot maatschappelijke onrust heeft geleid;
op internet en via (social) media door tegenstanders van de conferentie werd opgeroepen tot protest bij het Koningshof in Veldhoven;
een oproerige beweging ontstond voor de hoofdingang van het Koningshof;
ernstige wanordelijkheden zijn ontstaan bij Koningshof, waaronder geweld, bedreigingen, vernielingen en ernstige verkeershinder;
er aanwijzingen zijn dat nieuwe demonstraties en daarmee samenhangende ongeregeldheden zijn te verwachten bij doorgang van de conferentie;
daardoor de openbare orde en veiligheid in het gebied, waaronder het terrein van Koningshof, in gevaar komt en niet gewaarborgd kan worden;
middels reguliere inzet, (juridische) kaders en instrumenten deze wanordelijkheden en gevaar niet voorkomen of tegen gegaan kunnen worden;
de burgemeester bevoegd is om in het geval van een oproerige beweging, van andere ernstige wanordelijkheden of dan wel van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, alle bevelen te geven die hij ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar nodig acht;
de teamchef van de politie Oost-Brabant, district Eindhoven, Basisteam de Kempen, gelet op het bovenstaande, op 13 april 2017 het advies heeft uitgebracht om van deze bevoegdheid gebruik te maken;
dat de noodzaak tot dit bevel is ondergeschreven tijdens het overleg zoals bedoeld in artikel 14 van de Politiewet 1993.
(…)”
Karakter van deze procedure: een voorlopige voorziening
2. Het gaat hier om een verzoek om een voorlopige voorziening. Uitgangspunt van de wet is dat het maken van bezwaar de werking van een besluit niet opschort (artikel 6:16 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Met andere woorden: het besluit blijft van kracht ook als er bezwaar tegen is gemaakt. Die hoofdregel kan worden doorbroken door het treffen van een voorlopige voorziening. De mogelijkheid daartoe is geregeld in artikel 8:81 van de Awb. In dat artikel is verwoord dat als tegen een besluit bezwaar is gemaakt, de voorzieningenrechter op verzoek een voorlopige voorziening kan treffen als onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. De verzoeker moet dus goede redenen hebben die maken dat hij de beslissing op zijn bezwaarschrift niet kan afwachten en een uitzondering op de hoofdregel dat het bezwaar de uitvoering van het besluit niet schorst, rechtvaardigen. Een voorlopige voorziening heeft – zoals de term al zegt – het karakter van een tussenmaatregel, in afwachting van de beslissing op bezwaar. De beoordeling die de voorzieningenrechter maakt, is dus voorlopig van aard en de rechtbank die in een later stadium in een eventuele bodemprocedure over de zaak beslist, is niet aan het oordeel van de voorzieningenrechter gebonden.
Onverwijlde spoed?
3. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de stichting aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet kan wachten tot dat de burgemeester heeft beslist op het bezwaar. Er is dus sprake van ‘onverwijlde spoed’ in de zin van artikel 8:81 van de Awb.
Beoordeling van het bestreden besluit.
4. De voorzieningenrechter is van oordeel dat voldoende duidelijk is geworden dat er op 13 april 2017 ernstige en acute wanordelijkheden zijn ontstaan bij Koningshof en dat de burgemeester onder meer van de politie concrete aanwijzingen heeft ontvangen dat er nieuwe ongeregeldheden zijn te verwachten. Daarmee is een onvoorziene situatie ontstaan waarbij de openbare orde in gevaar is gekomen en maatschappelijke onrust is ontstaan.
5. De burgemeester heeft met het bestreden besluit gebruik gemaakt van zijn bevoegdheid om een noodbevel af te geven. Die bevoegdheid is geregeld in artikel 175 van de Gemeentewet.
6. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de burgemeester kunnen vinden dat sprake is van een geval van ernstige vrees voor het ontstaan van ernstige wanordelijkheden. De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en heeft bij het bestreden besluit en de daarbij afgewogen belangen, zoals deze ter zitting zijn toegelicht, voldoende gemotiveerd dat minder zware bevoegdheden geen uitkomst zouden bieden. Aan de voorwaarden voor gebruikmaking van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 175 van de Gemeentewet was daarom voldaan en de burgemeester heeft in redelijkheid gebruik kunnen maken van die bevoegdheid. Wat namens de stichting is aangevoerd leidt niet tot een ander oordeel. Daarbij acht de voorzieningenrechter van belang dat de burgemeester zich met het bestreden besluit niet rechtstreeks heeft bemoeid met de inhoud van de conferentie, de onderwerpen die daar zouden worden besproken en met de vraag wie al dan niet tot die conferentie zouden worden toegelaten.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
De voorzieningenrechter heeft gemeld dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel open staat.