NJB 2014/320
Uitoefenen door dierenarts van bevoegdheden – die hij in zijn hoedanigheid van toezichthouder namens de Voedsel en Waren Autoriteit heeft – tegen iemand waartegen een verdenking bestaat van overtreding van de WED: zodanige verdenking staat niet in de weg aan het uitoefenen van bedoelde bevoegdheden, mits bij aanwending van die bevoegdheden tegenover een verdachte de aan deze als zodanig toekomende waarborgen in acht worden genomen
HR 21-01-2014, ECLI:NL:HR:2014:135
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 januari 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
12/00942
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:135, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑01‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:1709, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑09‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑04‑2012
- Wetingang
WED
Essentie
Uitoefenen door dierenarts van bevoegdheden – die hij in zijn hoedanigheid van toezichthouder namens de Voedsel en Waren Autoriteit heeft – tegen iemand waartegen een verdenking bestaat van overtreding van de WED: zodanige verdenking staat niet in de weg aan het uitoefenen van bedoelde bevoegdheden, mits bij aanwending van die bevoegdheden tegenover een verdachte de aan deze als zodanig toekomende waarborgen in acht worden genomen
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld omdat zij – kort gezegd – in/vanuit een door haar geëxploiteerd slachthuis, in de periode van 1 april 2006 tot en met 20 juni 2007 opzettelijk een door de keuringsdierenarts van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.