Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 140 [Verstek en voortprocederen bij meer gedaagden. Derden]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2013
- Bronpublicatie:
07-03-2013, Stb. 2013, 92 (uitgifte: 15-03-2013, kamerstukken: 33108)
- Inwerkingtreding
01-04-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-03-2013, Stb. 2013, 119 (uitgifte: 29-03-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
1.
Zijn er meer gedaagden en is ten minste een van hen in het geding verschenen, dan wordt, indien ten aanzien van de overige gedaagden de voorgeschreven formaliteiten en termijnen in acht zijn genomen, tegen dezen verstek verleend en tussen de eiser en de verschenen gedaagden voortgeprocedeerd.
2.
Onder verschenen gedaagde als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan de gedaagde die in het geding is verschenen en tijdig het griffierecht heeft voldaan.
3.
Tussen alle partijen wordt één vonnis gewezen, dat als een vonnis op tegenspraak wordt beschouwd.
4.
Het eerste en derde lid zijn van overeenkomstige toepassing in geval van oproeping van derden als partij in het geding als bedoeld in artikel 118.