Einde inhoudsopgave
Invoeringswet fiscaal stelsel BES
Artikel XIII
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 05.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
16-12-2010, Stb. 2010, 847 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken: 32276)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2010, Stb. 2010, 848 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Indien een op de BES eilanden gevestigd lichaam op het tijdstip dat onmiddellijk voorafgaat aan het tijdstip van inwerkingtreding eindafrekeningswinst geniet als bedoeld in artikel 4, derde lid, van de op basis van de Wet geldstelsel BES in de overgangsperiode als wet van toepassing zijnde Landsverordening op de winstbelasting 1940 en het lichaam vanaf het tijdstip van inwerkingtreding door de toepassing van artikel 5.2 van de Belastingwet BES wordt geacht op de BES eilanden te zijn gevestigd, verleent de ontvanger voor de periode lopend vanaf het tijdstip van inwerkingtreding tot en met 31 december 2015 renteloos uitstel van betaling voor de verschuldigde belasting ter zake van die eindafrekeningswinst. Het uitstel wordt beëindigd ingeval artikel 5.8 van de Belastingwet BES toepassing vindt.
2.
Indien een niet op de BES eilanden gevestigd lichaam, dat met behulp van een vaste inrichting of vaste vertegenwoordiger op de BES eilanden een onderneming drijft, op het tijdstip dat onmiddellijk voorafgaat aan het tijdstip van inwerkingtreding eindafrekeningswinst geniet als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de op basis van de Wet geldstelsel BES in de overgangsperiode als wet van toepassing zijnde Landsverordening op de winstbelasting 1940 en het bedoelde lichaam vanaf het tijdstip van inwerkingtreding niet in Nederland als buitenlandse belastingplichtige wordt aangemerkt op grond van artikel 3, onderdeel d, in samenhang met artikel 17, derde lid, onderdeel c, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, verleent de ontvanger voor de periode lopend vanaf het tijdstip van inwerkingtreding tot en met 31 december 2015 renteloos uitstel van betaling voor de verschuldigde belasting ter zake van die eindafrekeningswinst. Het uitstel wordt beëindigd ingeval de in de eerste volzin bedoelde vaste inrichting of vaste vertegenwoordiger wordt opgeheven of ophoudt op de BES eilanden activiteiten te verrichten.
3.
De ontvanger verleent op verzoek van het in het eerste of tweede lid bedoelde lichaam kwijtschelding van de in het eerste onderscheidenlijk tweede lid bedoelde winstbelasting tot een bedrag gelijk aan de door dat lichaam onderscheidenlijk de op de vaste inrichting of vaste vertegenwoordiger betrekking hebbende, verschuldigde vastgoedbelasting als bedoeld in hoofdstuk IV van de Belastingwet BES. Voorts wordt het op 1 januari 2016 nog openstaande bedrag kwijtgescholden.