Einde inhoudsopgave
Wet luchtvaart
Artikel 5.21
Geldend
Geldend vanaf 10-07-2021
- Bronpublicatie:
02-06-2021, Stb. 2021, 271 (uitgifte: 10-06-2021, kamerstukken: 35744)
- Inwerkingtreding
10-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-06-2021, Stb. 2021, 326 (uitgifte: 09-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
De prestatie- en heffingsverordening en artikel 5.20 zijn niet van toepassing op plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten die worden verstrekt op luchthavens met minder dan 80.000 IFR-luchtvervoersbewegingen per jaar als bedoeld in artikel 2, onderdeel 10, van de prestatie- en heffingsverordening, tenzij deze luchthavens onderdeel uitmaken van een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen terminalheffingszone als bedoeld in artikel 2, onderdeel 21, van de prestatie- en heffingsverordening
2.
De gebruiker van luchtvaartnavigatiediensten als bedoeld in het eerste lid is een vergoeding verschuldigd ter bestrijding van de kosten van de verlening van deze diensten. Bij algemene maatregel van bestuur worden voorschriften gesteld ten aanzien van de hoogte, de berekening, de vaststelling, de inning en de bekendmaking van deze vergoeding, en de termijnen binnen welke betaling van de vergoedingen plaats moeten vinden.
3.
De in het tweede lid bedoelde vergoeding moet worden betaald zonder dat dit bij beschikking is vastgesteld.
4.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de North Sea Area Amsterdam zijnde het gebied dat als NSA Amsterdam is gedefinieerd in de door LVNL uitgegeven luchtvaartgids, volume I, hoofdstuk ENR 6-2-5 aangemerkt als luchthaven.
4.
Bij algemene maatregel van bestuur kan vrijstelling worden verleend van de verplichting tot betaling van vergoedingen als bedoeld in het tweede lid.