Einde inhoudsopgave
Provinciale milieuverordening Noord-Brabant 2010
Artikel 5.1.1.2 Aanwijzing beschermingszones
Geldend
Geldend vanaf 16-12-2010
- Redactionele toelichting
Ten aanzien van inrichtingen, waarvoor onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wijziging een omgevingsvergunning van kracht is en waarop artikel 5.1.4.1 van toepassing is geworden als gevolg van de inwerkingtreding van deze wijziging, verbindt het bevoegd gezag binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wijziging aan de vergunning de in dat artikel bedoelde voorschriften. Op activiteiten die op het moment van inwerkingtreding van deze wijziging werden ondernomen in overeenstemming met de voor die activiteit geldende voorschriften op grond van de verordening en waarop als gevolg van de inwerkingtreding van deze wijziging de artikelen 5.1.4.4. en 5.1.4.5 van toepassing zouden worden, blijven de voorschriften van toepassing zoals die luidden vóór dit tijdstip.
- Bronpublicatie:
10-12-2010, Provinciaal blad van Noord-Brabant 2010, 243 (uitgifte: 15-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-12-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2010, Provinciaal blad van Noord-Brabant 2010, 243 (uitgifte: 15-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
1.
Er zijn beschermingszones voor winningen van grondwater dat is bestemd voor menselijke consumptie.
2.
Als beschermingszones, bedoeld in het eerste lid, zijn aangewezen de gebieden opgenomen in bijlage 5.
3.
De beschermingszones, bedoeld in het tweede lid, kunnen bestaan uit één of meer:
- a.
waterwingebieden,
- b.
25-jaarszones van een grondwaterbeschermingsgebied,
- c.
100-jaarszones van een grondwaterbeschermingsgebied,
- d.
boringsvrije zones.
4.
Er zijn beschermingszones voor zeer kwetsbare grondwaterwinningen voor de openbare drinkwatervoorziening.
5.
Als beschermingszones, bedoeld in het vierde lid, zijn aangewezen de gebieden opgenomen in bijlage 5.
6.
Het betrokken drinkwaterbedrijf plaatst langs alle openbare wegen en vaarwateren die toegang geven tot een grondwaterbeschermingsgebied, dan wel daaraan grenzen, op of nabij de grenzen van het gebied, borden die bij het betreffende gebied horen.
7.
Een model voor het bord, bedoeld in het zesde lid, is vastgesteld in bijlage 2.
8.
De waterwingebieden, de 25- en 100-jaars beschermingszones van de grondwaterbeschermingsgebieden en de boringsvrije zones zijn op de bij deze verordening behorende kaarten als zodanig aangegeven.