NJ 1962/56
Optreden als zaakwaarnemer in een rechtsgeding. Discriminatie van rijschoolhouders die een bepaald examen niet hebben afgelegd. „Détournement de pouvoir" of „abus de pouvoir" door Centraal bureau voor afgifte van rijvaardigheidsbewijzen? Inbreuk op vrijheid van onderwijs, gewaarborgd door art. 208 Gw.?
HR 08-12-1961, ECLI:NL:HR:1961:44
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 december 1961
- Magistraten
Mrs. Smits, Wiarda, Houwing, Hülsmann en Petit
- Zaaknummer
[08121961/NJ_1962-56]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS139107:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1961:44, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑12‑1961
- Wetingang
Essentie
Optreden als zaakwaarnemer in een rechtsgeding. Discriminatie van rijschoolhouders die een bepaald examen niet hebben afgelegd. „Détournement de pouvoir" of „abus de pouvoir" door Centraal bureau voor afgifte van rijvaardigheidsbewijzen? Inbreuk op vrijheid van onderwijs, gewaarborgd door art. 208 Gw.?
Samenvatting
Daargelaten de vraag of en in hoeverre in een rechtsgeding zaakwaarneming in het algemeen is toegelaten, in elk geval is het optreden in een rechtsgeding voor een aantal ongenoemde personen niet mogelijk.
Onjuist zijn de stellingen van eisers, dat verweersters en i.h.b. het Centraal Bureau voor de afgifte van rijvaardigheidsbewijzen (verder te noemen: C.B.R.) zich hebben ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.