NJ 2009, 487
Wet Bopz. Vrijheidsbeperking met oog op inbewaringstelling van vrijwillig opgenomen patiënt; art. 40 lid 3 niet van toepassing; lacune in wet; klachtprocedure ex art. 41 van toepassing?
HR 20-03-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH0385, m.nt. J. Legemaate
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 maart 2009
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, A. Hammerstein, F.B. Bakels
- Zaaknummer
08/04350
- Conclusie
A-G Langemeijer
- Noot
J. Legemaate
- LJN
BH0385
- JCDI
JCDI:ADS160987:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2009:BH0385, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑03‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BH0385, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑03‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑10‑2008
- Wetingang
Essentie
Wet Bopz. Vrijheidsbeperking met oog op inbewaringstelling van vrijwillig opgenomen patiënt; art. 40 lid 3 niet van toepassing; lacune in wet; klachtprocedure ex art. 41 van toepassing?
Nu betrokkene vrijwillig in het ziekenhuis was opgenomen, was hoofdstuk II van de Wet Bopz niet van toepassing, zodat ook het in dat hoofdstuk geplaatste art. 40 lid 3 van die wet dat een grondslag biedt voor beperking van de bewegingsvrijheid van onvrijwillig opgenomen patiënten, ten aanzien van betrokkene niet kon worden toegepast. Aan dat artikellid kan niet de bevoegdheid tot vrijheidsbeperking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.