NJ 1919, p. 131
HR, 29-11-1918
HR 29-11-1918, ECLI:NL:HR:1918:26
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 november 1918
- Magistraten
Voorzitter: Jhr. Mr. W- H. de Savornin Lohman. Raden: Mrs. B. C. J. Loder, H. Hesse, Jh. R. Feith en Dr. L. E. Visser.
- Zaaknummer
[29111918/NJ_1919,_p._131]
- Conclusie
Mr. Noyon
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS99132:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1918:26, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑11‑1918
- Wetingang
(OW art. 40.) i
Samenvatting
Onteigening. Waarde naar opbrengstvermogen; daarin — volgens Rechtbank — begrepen meerdere waarde van een vergunningsrecht, indien deze aanwezig mocht zijn, wat de Rechtbank niet aanneemt.
Verwerping cassatieberoep, omdat in het middel slechts een der gronden van de beslissing der Rechtbank wordt aangevallen.
Kosten van wederbelegging. Cassatiemiddel stuit af op feitelijke beslissing der Rechtbank. '
Schadeloosstelling volgens de Onteigeningswet niet voor kans op schade, maar alleen voor werkelijk te lijden, althans redelijkerwijze te verwachten, nadeel.
Partij(en)
J. A. Vermetten, directeur der N.V. Kaufmann's Huidenhandel, wonende te Rotterdam, in zijne hoedanigheid van derde, tegen wien het geding tot onteigening ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.