NJB 2016/1085:Tenuitvoerlegging rechterlijke uitspraak en uitzondering art. 14e Sr: een rechterlijke uitspraak mag in de regel pas ten uitvoer gelegd worden nadat zij onherroepelijk is geworden. De in art. 14e Sr voorziene uitzondering op deze regel over de dadelijke uitvoerbaarheid van de ingevolge art. 14c Sr gestelde bijzondere voorwaarden dan wel het ingevolge art. 14d Sr uit te oefenen toezicht kan voor de veroordeelde verstrekkende gevolgen hebben. Mede daarom zal de rechter in de motivering van een bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid ervan blijk dienen te geven zich ervan te hebben vergewist dat aan de in art. 14e Sr gestelde voorwaarden is voldaan. Zo zal hij wanneer een misdrijf is bewezenverklaard dat is gericht tegen of gevaar heeft veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, als zijn oordeel tot uitdrukking dienen te brengen dat en waarom ernstig rekening ermee moet worden gehouden dat de verdachte wederom zo’n misdrijf zal begaan. In casu schiet de motivering dat de verdachte blijkens het Uittreksel Justitiële Documentatie eerder voor (huiselijk) geweld onherroepelijk is veroordeeld en er aanwijzingen bestaan dat hij sinds de veroordeling door de rechtbank opnieuw contact heeft gezocht met de aangeefster tekort. A-G: anders