RvdW 2019/1160
Valsheid in geschrift begaan door een rechtspersoon (art. 225 Sr) en medeplegen van bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon (art. 69 AWR). HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 05-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1700
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 november 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
18/01504
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1700, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:865, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑09‑2019
Essentie
Valsheid in geschrift begaan door een rechtspersoon (art. 225 Sr) en medeplegen van bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon (art. 69 AWR). HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/01504
Datum 5 november 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 14 februari 2018, nummer 21/005286-16, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.