RCR 2011/28
Vaststellingsovereenkomst. Onzekerheid ten aanzien rechtsgeldigheid van buitengerechtelijke vernietiging beëindigd door WCAM-overeenkomst?
HR 28-01-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO5822 (Dexia Bank Nederland, Van Putten e.a./Dexia)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 januari 2011
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
10/00235
- Conclusie
plv. P-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BO5822
- Roepnaam
Dexia Bank Nederland
Van Putten e.a./Dexia
- JCDI
JCDI:ADS883676:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO5822, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑01‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO5822, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 26‑11‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑11‑2009
- Wetingang
Essentie
Vaststellingsovereenkomst.
Onzekerheid ten aanzien rechtsgeldigheid van buitengerechtelijke vernietiging beëindigd door WCAM-overeenkomst?
Samenvatting
Eiser heeft op 29 december 1999 een effectenleaseovereenkomst bij Dexia afgesloten. Bij brief van 25 maart 2003 heeft eiseres tegenover Dexia verklaard de effectenleaseovereenkomst op grond van art. 1:88 en 1:89 BW te vernietigen, omdat zij de effectenleaseovereenkomst niet heeft (mede) ondertekend als echtgenote van eiser. Dexia heeft de vernietigbaarheid van de effectenleaseovereenkomst betwist. Op 14 juli 2006 heeft Dexia de effectenleaseovereenkomst voortijdig beëindigd in verband met een betalingsachterstand van eiser. Dexia heeft eiser in februari 2007 bij brief in kennis gesteld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.