Rb. Noord-Holland, 03-11-2022, nr. 9489094

Capayable heeft bij dagvaarding van 23 september 2021 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend.

Capayable heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven. Capayable heeft in reconventie nog gedupliceerd.

in conventie

Capayable stelt dat [gedaagde] online een koopovereenkomst heeft gesloten via de internetpagina ‘www.FatDaddy.nl’, hierna: de webshop. De webshop heeft haar (vermeende) vorderingsrecht gecedeerd aan Capayable. Volgens Capayable is [gedaagde] in gebreke gebleven met betaling van de koopsom. Capayable vordert [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 217,47, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 175,83 vanaf 23 september 2021 tot aan de dag der algehele voldoening en met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.

in reconventie

[gedaagde] stelt in reconventie dat de webshop een ondeugdelijk product heeft geleverd. De aangekochte elektrische step bleek niet waterdicht te zijn. [gedaagde] stelt de overeenkomst op 10 maart 2021 buitengerechtelijk te hebben ontbonden. Subsidiair stelt [gedaagde] zich op het standpunt dat sprake is van dwaling. Indien [gedaagde] had geweten dat de step niet waterdicht was, had hij de step nooit gekocht. [gedaagde] vordert de kantonrechter om bij vonnis de koopovereenkomst te ontbinden, althans ontbonden te verklaren, dan wel te vernietigen, althans vernietigd te verklaren. Voorts vordert [gedaagde] – na vermindering van eis – Capayable te veroordelen tot betaling van € 351,64, te vermeerderen met de wettelijke rente en met veroordeling van Capayable in de proceskosten en de nakosten.

in conventie

De vordering is gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet ter bescherming van de consument aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van Boek 6, titel 5, afdeling 2B van het Burgerlijk Wetboek (BW) worden voldaan. Capayable stelt te hebben voldaan aan de op haar rustende precontractuele en contractuele informatieplichten. Capayable heeft bij haar toelichting op het bestelproces gebruik gemaakt van screenshots van de webshop www.vd.nl. Capayable stelt dat het digitale bestelproces bij de onderhavige webshop op soortgelijke wijze verloopt. Deze stelling wordt niet gevolgd. Hoewel het Capayable/in3-gedeelte van het bestelproces mogelijk voor meerdere webshops uniform is, kunnen screenshots van het bestelproces van een andere webshop dan de onderhavige niet dienen als onderbouwing dat Capayable heeft voldaan aan de in artikel 6:230m lid 1 BW genoemde vereisten. Het is voor de kantonrechter niet te verifiëren dat webshops als de onderhavige daadwerkelijk een soortgelijk bestelproces voeren als de webshop waarvan Capayable het bestelproces heeft toegelicht. Zodoende is niet na te gaan of de webshop [gedaagde] op alle essentiële informatie heeft gewezen tijdens het sluiten van de overeenkomst.

Hiermee heeft Capayable in strijd gehandeld met artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), waarin is bepaald dat partijen verplicht zijn de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Indien deze verplichting niet wordt nageleefd, kan de kantonrechter hieraan de gevolgen verbinden die zij geraden acht. De kantonrechter acht in dit geval afwijzing van de vordering een passende sanctie.

De proceskosten komen voor rekening van Capayable, omdat zij ongelijk krijgt. Deze worden aan de kant van [gedaagde] begroot op € 150,00 (2 punten x € 75,00).

in reconventie

[gedaagde] stelt dat de webshop een ondeugdelijk product heeft geleverd. Nadat [gedaagde] op 10 februari 2021 in een regenbui terecht kwam begon de step storingen te vertonen op het gebied van elektronica. De kantonrechter overweegt dat uit artikel 7:17 BW volgt dat een afgeleverde zaak aan de overeenkomst dient te beantwoorden. Een afgeleverde zaak beantwoordt niet aan de overeenkomst indien mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Daarbij mag de koper verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet hoefde te betwijfelen. Hierbij gaat het om het gerechtvaardigd verwachtingspatroon van de koper. Wat dit verwachtingspatroon inhoudt moet worden vastgesteld aan de hand van alle omstandigheden van het geval.

De kantonrechter overweegt dat in dit geval in het midden kan blijven of er sprake is van non-conformiteit. Artikel 7:22 lid 2 BW bepaalt immers dat de bevoegdheid tot ontbinding van de overeenkomst in geval van non-conformiteit de koper slechts toekomt indien herstel en vervanging onmogelijk zijn of niet van de verkoper gevergd kunnen worden, dan wel indien de verkoper niet binnen redelijke termijn tot vervanging is overgegaan. Capayable heeft naar het oordeel van de kantonrechter voldoende aannemelijk gemaakt dat de webshop binnen een redelijke termijn tot (kosteloze) reparatie van de step is overgegaan. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat de beoogde ontbinding van [gedaagde] op 10 maart 2021 geen gevolg heeft gehad, noch ziet de kantonrechter aanleiding om de overeenkomst gerechtelijk te ontbinden.

[gedaagde] doet subsidiair een beroep op dwaling wegens schending van de mededelingsplicht op grond van artikel 6:228 sub b BW. Hij stelt dat hij de step niet zou hebben gekocht indien hij had geweten dat de step niet waterdicht was. In deze zaak is van belang dat het gaat om een step die bestemd is voor gebruik buitenshuis. Met [gedaagde] is de kantonrechter van oordeel dat van een step die geschikt is voor normaal gebruik in Nederland verwacht mag worden dat deze tegen regen kan. De kantonrechter is derhalve van oordeel dat op de verkoper een mededelingsplicht rust ten aanzien van de waterbestendigheid van de step. De mededelingsplicht van de verkoper gaat boven de onderzoeksplicht van de koper (HR 10 april 1998, ECLI:NL:PHR:1998:ZC2629, NJ 1998/666). Naar het oordeel van de kantonrechter is niet gebleken dat de webshop aan haar mededelingsplicht heeft voldaan, zodat het beroep op dwaling slaagt. De conclusie is dat de kantonrechter de koopovereenkomst zal vernietigen.

De vernietiging heeft terugwerkende kracht. Dit heeft tot gevolg dat de webshop rechthebbende van de step is gebleven en dat [gedaagde] onverschuldigd heeft betaald. De reeds verrichte prestaties dienen over en weer ongedaan te worden gemaakt. De vordering van [gedaagde] ligt dan ook voor toewijzing gereed. De wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf de dag waarop de eis in reconventie is ingesteld.

Capayable dient als de in het ongelijk gestelde partij zowel in conventie als in reconventie in de proceskosten te worden veroordeeld. Gelet op de samenhang met de zaak in conventie zullen deze kosten in reconventie worden vastgesteld op nihil.

Ook de nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door [gedaagde] worden gemaakt.

De kantonrechter:

in conventie

wijst de vordering af;

veroordeelt Capayable tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [gedaagde] worden vastgesteld op een bedrag van € 150,00 aan salaris van de gemachtigde;

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

in reconventie

vernietigt de koopovereenkomst;

veroordeelt Capayable om aan [gedaagde] te betalen € 351,64, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 november 2021;

veroordeelt Capayable tot betaling van de proceskosten, die aan de zijde van [gedaagde] worden vastgesteld op nihil;

veroordeelt Capayable tot betaling van € 37,50 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door [gedaagde] worden gemaakt;

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. I. de Greef en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

De griffier De kantonrechter