V-N 2021/46.16
A-G concludeert over prejudiciële vragen rechtbank inzake vergoeding belastingrente bij BPM-teruggaaf
HR (Parket) 13-09-2021, ECLI:NL:PHR:2021:822, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Parket)
- Datum
13 september 2021
- Zaaknummer
21/00331
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS392485:1
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
Fiscaal bestuursrecht / Rente
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:89, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑01‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:822, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 13‑09‑2021
- Wetingang
Essentie
A-G IJzerman is van mening dat opnieuw bezwaar openstaat als de schriftelijke uitlating van de inspecteur over de rente afwijkt van de eerdere beslissing van de rechter. De feitenrechter moet beoordelen of de Nederlandse AWR-rente lager is dan de rente die de belastingplichtige verschuldigd zou zijn bij het lenen.
Samenvatting
In zaken over de voldoening van BPM op aangifte is op enig moment bij Rechtbank-Zeeland-West-Brabant de praktijk ontstaan dat om proceseconomische redenen werd aangenomen dat in de uitspraak op bezwaar tegen de voldoening op aangifte impliciet een beschikking lag besloten om geen belastingrente te vergoeden. Als gevolg hiervan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.