Gst. 2015/127
Wet openbaarheid van bestuur, misbruik van recht, dwangsom, proceskostenvergoeding, procesgedrag, niet-ontvankelijkheid. (Valkenswaard)
ABRvS 07-10-2015, ECLI:NL:RVS:2015:3118, m.nt. C.N. van der Sluis onder de hierna opgenomen uitspraak van 23 september 2015 ( 2015/128)
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
7 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. C.J. Borman, A. Hammerstein en E. Steendijk
- Zaaknummer
201501442/1/A3
- Noot
C.N. van der Sluis onder de hierna opgenomen uitspraak van 23 september 2015 (Gst. 2015/128)
- JCDI
JCDI:ADS922232:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2015:3118, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 07‑10‑2015
- Wetingang
Art. 3 lid 1 WOB 1992; art. 3:13 BW jo. art. 3:15 BW; art. 6 EVRM
Essentie
Wet openbaarheid van bestuur, misbruik van recht, dwangsom, proceskostenvergoeding, procesgedrag, niet-ontvankelijkheid. (Valkenswaard)
Samenvatting
De Afdeling constateert dat [gemachtigde] op de vragen die hem ter zitting over het onderzoek van [wederpartij] zijn gesteld, nietszeggende of ontwijkende antwoorden heeft gegeven. De verklaring dat [wederpartij] onderzoekt wat ze opvraagt, is een voorbeeld hiervan. Daarnaast heeft [gemachtigde] tijdens de zitting herhaaldelijk te kennen gegeven dat hij het antwoord op een bepaalde vraag niet wist. Sommige van de antwoorden die [gemachtigde] op vragen over het onderzoek van [wederpartij] heeft gegeven, zijn tegenstrijdig. Zo heeft [gemachtigde] enerzijds verklaard dat hij het niet interessant vindt wat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.