NJB 2013/887

Auteursrecht. Merkenrecht. Tripp Trappstoel. Het hof oordeelt dat de Alpha-stoel en de Beta-stoel te veel gelijkenissen vertonen met de Tripp Trapp-stoel. HR: 1. Auteursrechtelijke bescherming. Vooropstelling: zie hoofdtekst van HR 12 april 2013, 11/00447, LJN BY1532, hiervóór afgedrukt. 2. Winstafdracht. Gezag van gewijsde. De wet laat de rechter een grote mate van vrijheid bij het vaststellen van de wijze van winstberekening, zodat een oordeel daaromtrent in de regel verweven zal zijn met waarderingen van feitelijke aard en daarom gezag van gewijsde kan verkrijgen. 3. Vordering tot het doen van opgave van namen en adressen van afnemers. De rechter dient bij zijn oordeelsvorming over de toewijsbaarheid van een dergelijke vordering steeds te letten op de wederzijdse belangen en de verdere omstandigheden van het geval, zoals de aard en de ernst van de onrechtmatige daad en het belang van de aansprakelijke persoon zijn commerciële gegevens niet aan de concurrentie ter beschikking te stellen. 4. Verminking. Het antwoord op de vraag of een auteursrechtelijk werk door een ingreep verminkt is, berust op een in hoge mate subjectief oordeel, dat zich niet goed leent voor onderwerping aan een maatstaf anders dan dat door de ingreep nadeel kan worden toegebracht op de wijze als aan het slot van art. 25 lid 1 Aw is verwoord. Het oordeel dienaangaande is sterk verweven met waarderingen van feitelijke aard. 5. Vormmerk. De HR stelt prejudiciële vragen over de betekenis van de richtlijnteksten ‘vorm die door de aard van de waar wordt bepaald’ en ‘vorm die een wezenlijke waarde aan de waar geeft’