BNB 2022/89
Ambtshalve vermindering na verstrijken bezwaar- en beroepstermijn. Nieuwe jurisprudentie. Toepassing ‘Kerstarrest’ inzake box 3
HR 20-05-2022, ECLI:NL:HR:2022:720, m.nt. E.J.W. Heithuis
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 mei 2022
- Magistraten
Mrs. Koopman, Wortel, Beukers-van Dooren, Boerlage, Cools
- Zaaknummer
21/04407
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
E.J.W. Heithuis
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS653205:1
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Mensenrechten
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Discriminatie
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑05‑2022
ECLI:NL:HR:2022:720, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑05‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:293, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 24‑03‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:180, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 24‑02‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑10‑2021
- Wetingang
Art. 9.6 Wet IB 2001; art. 45aa onderdeel b Uitv.reg. IB 2001
Essentie
Ambtshalve vermindering na verstrijken bezwaar- en beroepstermijn. Nieuwe jurisprudentie. Toepassing ‘Kerstarrest’ inzake box 3
Samenvatting
Aan belanghebbende zijn aanslagen IB/PVV 2015 t/m 2018 opgelegd waarbij onder meer box 3-belasting is geheven. De Inspecteur heeft de hiertegen gerichte bezwaren niet-ontvankelijk verklaard, de bezwaarschriften aangemerkt als verzoeken om ambtshalve vermindering en die verzoeken afgewezen. Het Hof heeft geoordeeld dat de box 3-heffing voor alle jaren op stelselniveau in strijd is met het EVRM, maar daaraan geen gevolgen verbonden, en geoordeeld dat belanghebbende door de heffing niet is geconfronteerd met een individuele en buitensporige last.
HR: Het oordeel in het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.