Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 909/2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012
Artikel 7 Maatregelen om mislukte afwikkelingsoperaties aan te pakken
Geldend
Geldend vanaf 16-01-2024
- Bronpublicatie:
13-12-2023, PbEU L 2023, 2023/2845 (uitgifte: 27-12-2023, regelingnummer: 2023/2845)
- Inwerkingtreding
16-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2023, PbEU L 2023, 2023/2845 (uitgifte: 27-12-2023, regelingnummer: 2023/2845)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Een CSD stelt voor elk effectenafwikkelingssysteem dat zij exploiteert, een systeem in om mislukte afwikkelings operaties van transacties in de in artikel 5, lid 1, bedoelde financiële instrumenten te monitoren. De CSD verstrekt aan de bevoegde autoriteit en aan de relevante autoriteiten regelmatig verslagen betreffende het aantal mislukte afwikkelingsoperaties en informatie over mislukte afwikkelingsoperaties en alle andere relevante informatie, met inbegrip van de door de CSD en haar deelnemers voorgenomen maatregelen ter verbetering van de afwikkelingsef ficiëntie. De CSD stelt jaarlijks een anonieme samenvatting van die verslagen ter beschikking van het publiek. De bevoegde autoriteiten delen alle relevante informatie over mislukte afwikkelingsoperaties met de ESMA.
2.
Voor elk effectenafwikkelingssysteem dat een CSD exploiteert, stelt zij procedures vast die de afwikkeling vergemakkelijken van transacties in de in artikel 5, lid 1, bedoelde financiële instrumenten die niet op de voorgenomen afwikkelingsdatum zijn afgewikkeld. Die procedures voorzien in een sanctiemechanisme dat dient als doeltreffende afschrikking voor deelnemers die mislukte afwikkelingsoperaties veroorzaken.
Vóór zij de in de eerste alinea bedoelde procedures instelt, raadpleegt de CSD de betrokken handelsplatforms en CTP's ten aanzien waarvan zij afwikkelingsdiensten verricht.
Het in de eerste alinea bedoelde sanctiemechanisme omvat geldboetes voor deelnemers die mislukte afwikkelingsoperaties veroorzaken (‘nalatige deelnemers’). Geldboetes worden berekend op dagbasis voor een periode waarin elke werkdag wordt meegerekend dat een transactie later dan de voorgenomen afwikkelingsdatum wordt afgerekend tot de transactie wordt afgewikkeld of bilateraal wordt geannuleerd. De geldboetes dienen niet als bron van inkomsten voor de CSD.
3.
Het in lid 2 bedoelde sanctiemechanisme geldt niet voor:
- a)
mislukte afwikkelingsoperaties waarvan de onderliggende reden niet kan worden toegeschreven aan de deelnemers aan de transactie;
- b)
operaties die niet als handel worden beschouwd;
- c)
transacties waarbij de nalatige deelnemer een CTP is, behalve door een CTP aangegane transacties waarbij de CTP niet als een tussenpartij fungeert, of
- d)
transacties waarbij een insolventieprocedure wordt geopend tegen de nalatige deelnemer.
4.
Een CTP kan in haar regels een mechanisme instellen ter dekking van de verliezen die zij zou kunnen lijden als gevolg van de toepassing van lid 2, derde alinea.
5.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 67 gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde deze verordening aan te vullen door het nader bepalen van parameters ter berekening van een afschrikkend en evenredig niveau van de in lid 2, derde alinea, van dit artikel bedoelde geldboetes, op basis van:
- a)
het soort activa;
- b)
de liquiditeit van het financiële instrument;
- c)
het soort transactie, en
- d)
de duur van de mislukte afwikkelingsoperatie.
Bij het bepalen van de in de eerste alinea bedoelde parameters houdt de Commissie rekening met het niveau van mislukte afwikkelingsoperaties per klasse financiële instrumenten en het effect dat lage of negatieve rentetarieven kunnen hebben op de stimulansen van tegenpartijen en op mislukte afwikkelingsoperaties. De parameters die voor de berekening van de geldboetes worden gehanteerd, moeten een hoge mate van afwikkelingsdiscipline en een soepele en ordelijke werking van de betrokken financiële markten waarborgen.
De Commissie evalueert de parameters voor de berekening van het niveau van de geldboetes regelmatig en ten minste om de vier jaar om opnieuw te beoordelen of de geldboetes passend en doeltreffend zijn om een niveau van mislukte afwikkelingsoperaties in de Unie te bereiken dat, gelet op de gevolgen voor de financiële stabiliteit van de Unie, aanvaardbaar wordt geacht.
6.
Uiterlijk op 17 januari 2026 publiceert de ESMA op haar website een lijst — die zij vervolgens actueel houdt — van de in artikel 5, lid 1, bedoelde financiële instrumenten die tot de handel zijn toegelaten of op een handelsplatform worden verhandeld of door een CTP worden gecleard.
7.
CSD's, CTP's en handelsplatforms stellen procedures vast die hen in staat stellen om, in overleg met hun bevoegde autoriteiten, elke deelnemer te schorsen die consequent en systematisch nalaat de in artikel 5, lid 1, bedoelde financiële instrumenten op de voorgenomen afwikkelingsdatum te leveren, en diens identiteit openbaar te maken, uitsluitend na die deelnemer in de gelegenheid te hebben gesteld opmerkingen te maken en op voorwaarde dat de bevoegde autoriteiten van de CSD's, CTP's en handelsplatforms, en die van de betrokken deelnemer, hiervan in kennis zijn gesteld. Ingeval van schorsing van een deelnemer gaan CSD's, CTP's en handelsplatforms, naast het voorafgaande overleg met de betrokken bevoegde autoriteit, over tot onmiddellijke kennisgeving hiervan aan de betrokken bevoegde autoriteiten. De bevoegde autoriteit stelt de relevante autoriteiten onmiddellijk van de schorsing van een deelnemer in kennis.
De openbaarmaking van schorsingen mag geen persoonsgegevens zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 1), van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (1) bevatten.
Dit lid is niet van toepassing op nalatige deelnemers die CTP's zijn of in gevallen waarin insolventieprocedures zijn geopend tegen de nalatige deelnemer.
8.
Dit artikel is niet van toepassing indien het belangrijkste handelsplatform voor aandelen zich in een derde land bevindt. De plaats van het belangrijkste handelsplatform voor aandelen wordt bepaald overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 236/2012.
9.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 67 gedelegeerde handelingen vast te stellen om deze verordening aan te vullen door het nader bepalen van:
- a)
de onderliggende redenen van mislukte afwikkelingsoperaties die krachtens lid 3, punt a), van dit artikel moeten worden beschouwd als niet toe te schrijven aan de deelnemers aan de transactie, en
- b)
de omstandigheden waarin operaties niet als handel in de zin van lid 3, punt b), van dit artikel moeten worden beschouwd.
10.
De ESMA ontwikkelt, in nauwe samenwerking met de leden van het ESCB, ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van:
- a)
de nadere regels betreffende het monitoringsysteem voor mislukte afwikkelingsoperaties en de in lid 1 bedoelde verslagen betreffende mislukte afwikkelingsoperaties;
- b)
de processen voor de inning en herverdeling van geldboetes en alle andere mogelijke opbrengsten van dergelijke sancties overeenkomstig lid 2;
- c)
de omstandigheden waarin een deelnemer wordt geacht consequent en systematisch na te laten de financiële instrumenten te leveren, zoals bedoeld in lid 7.
De ESMA dient deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 17 januari 2025 bij de Commissie in.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze verordening aan te vullen door de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Voetnoten
Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).