RVR 2016/76
Inbezitneming. Wanneer is sprake van verjaring van de vordering tot beëindiging van bezit?
Hof 's-Hertogenbosch 24-05-2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:2033
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
24 mei 2016
- Magistraten
Mrs. S.M.A.M. Venhuizen, C.W.T. Vriezen, J.J. Verhoeven
- Zaaknummer
200.150.999/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS923977:1
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Eigendom, bezit en houderschap
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2016:2033, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 24‑05‑2016
- Wetingang
Art. 3:105, 3:107, 3:306 BW
Essentie
Bevrijdende/verkrijgende verjaring. Inbezitneming.
Wanneer is sprake van inbezitneming van grond? Wanneer is sprake van verjaring van de vordering tot beëindiging van bezit?
Samenvatting
Appellant koopt in 1979 een stuk grond en stelt dat ter beschikking aan geïntimeerde, de echtgenoot van zijn zus. Dit gebeurt op basis van een mondelinge overeenkomst, die inhoudt dat het perceel op naam van appellant staat en dat geïntimeerde de economische eigendom van de grond en de daarop te bouwen woning verkrijgt. Voorts wordt afgesproken dat appellant, zodra dit mogelijk is, op eerste verzoek van geïntimeerde de juridische eigendom van de grond en de woning ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.