RF 2014/72
Voorwetenschap. Is het oordeel van het Hof, dat openbaarmaking van de informatie significante invloed zou kunnen hebben op de koers van het effect, begrijpelijk?
HR 08-07-2014, ECLI:NL:HR:2014:1613
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 juli 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, N. Jörg, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/02473
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- JCDI
JCDI:ADS918730:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1613, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:698, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑05‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑10‑2013
- Wetingang
Essentie
Voorwetenschap. Significante invloed.
Is het oordeel van het Hof, dat openbaarmaking van de informatie significante invloed zou kunnen hebben op de koers van het effect, begrijpelijk?
Samenvatting
Het Hof heeft bewezen verklaard dat de verdachte, (voormalig) bestuurder van Qurius N.V., effectentransacties heeft verricht in het effect Qurius, terwijl hij beschikte over voorwetenschap als bedoeld in art. 46 lid 2 Wte 1995. De voorwetenschap van de verdachte betrof informatie omtrent de interesse van Parcom Ventures B.V., een private equity onderneming, in het overnemen van een belang van 20,57% in Qurius van Prime Technology Ventures (II) N.V. en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.