AB 2017/37
De verwijzende rechter dient in de bij hem aanhangige strafzaak te onderzoeken of richtlijnconforme uitleg mogelijk is in een situatie dat beperkingen op basis van de minder stringente richtlijnbepaling wel zijn opgenomen in de memorie van toelichting, maar niet in de implementatiebepaling zelf.
HvJ EU 26-10-2016, ECLI:EU:C:2016:800, m.nt. S.W. Haket en M.J.M. Verhoeven (Canal Digital Danmark)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
26 oktober 2016
- Magistraten
J.L. da Cruz Vilaça, M. Berger, A. Borg Barthet, E. Levits, F. Biltgen
- Zaaknummer
C-611/14
- Noot
S.W. Haket en M.J.M. Verhoeven
- Roepnaam
Canal Digital Danmark
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925348:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
EU-recht / Algemeen
Informatierecht / Reclame
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2016:800, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 26‑10‑2016
- Wetingang
Art. 4 lid 3 VEU; art. 288 VWEU; Richtlijn oneerlijke handelspraktijken
Essentie
De verwijzende rechter dient in de bij hem aanhangige strafzaak te onderzoeken of richtlijnconforme uitleg mogelijk is in een situatie dat beperkingen op basis van de minder stringente richtlijnbepaling wel zijn opgenomen in de memorie van toelichting, maar niet in de implementatiebepaling zelf.
Samenvatting
De op het hoofdgeding toepasselijke nationale regeling vermeldt niet uitdrukkelijk dat bij de beoordeling van de betrokken handelspraktijk rekening moet worden gehouden met de context van die praktijk en met name met de aan het gebruikte communicatiemedium verbonden voorwaarden en beperkingen. Volgens de verwijzende rechter verwijst de memorie van toelichting bij het ontwerp van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.