Einde inhoudsopgave
Mediawet 2008
Artikel 4.1a [Schadelijk aanbod ontoegankelijk voor jeugdigen]
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2020
- Bronpublicatie:
30-09-2020, Stb. 2020, 391 (uitgifte: 21-10-2020, kamerstukken: 35361)
- Inwerkingtreding
01-11-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2020, Stb. 2020, 391 (uitgifte: 21-10-2020, kamerstukken: 35361)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Media
Informatierecht / Reclame
1.
Audiovisueel media-aanbod dat schade kan toebrengen aan de lichamelijke, geestelijke of morele ontwikkeling van personen jonger dan zestien jaar wordt door de instelling die verantwoordelijk is voor de inhoud van het aanbod zodanig beschikbaar gesteld dat personen jonger dan zestien jaar deze normaliter niet te horen of te zien krijgen.
2.
De meest schadelijke inhoud als nodeloos geweld en pornografie wordt door de instelling die verantwoordelijk is voor de inhoud van het aanbod ontoegankelijk gemaakt voor personen jonger dan zestien jaar.
3.
Voor zover het televisieprogramma-aanbod betreft dat niet als meest schadelijke inhoud kan worden gekwalificeerd, worden de maatregelen die volgen uit de regelingen als bedoeld in artikel 4.2, tweede lid, beschouwd als maatregelen als bedoeld in het eerste lid.
4.
De op grond van dit artikel door media-instellingen verzamelde of anderszins gegenereerde persoonsgegevens van minderjarigen worden niet verwerkt voor commerciële doeleinden.