RvdW 2010/825
Ontneming voordeel overige feiten na verjaring.
HR 22-06-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM3368
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 juni 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan, W.F. Groos
- Zaaknummer
08/02918 P
- Conclusie
A-G Aben
- LJN
BM3368
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM3368, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑06‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM3368, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑04‑2010
Essentie
Ontneming voordeel overige feiten na verjaring.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem, zitting houdende te Leeuwarden, van 4 juli 2008, nummer 24/003122-06, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van: [Betrokkene]. Adv. mr. V.C. van der Velde, te Almere.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
De beroepen zijn ingesteld door de betrokkene en de Advocaat-Generaal bij het Hof.
Middelen van cassatie zijn namens de betrokkene niet voorgesteld.
De Advocaat-Generaal bij het Hof heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.