Einde inhoudsopgave
Algemene wet bestuursrecht
Artikel 8:4 [Geen beroep bij bepaalde besluiten]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
03-03-2021, Stb. 2021, 135 (uitgifte: 17-03-2021, kamerstukken: 35256)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
1.
Geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit:
- a.
inhoudende een weigering op grond van artikel 2:15,
- b.
inhoudende een aanmaning als bedoeld in artikel 4:112 of een dwangbevel,
- c.
als bedoeld in artikel 7:1a, vierde lid, 7:10, tweede, derde of vierde lid, of 7:24, derde tot en met zesde lid,
- d.
inhoudende schorsing of vernietiging van een besluit van een ander bestuursorgaan,
- e.
als bedoeld in artikel 3:20, onderdeel b, 3:21, derde lid, of 3:25, eerste lid, onderdeel h,
- f.
inzake vergoeding van schade wegens onrechtmatig bestuurshandelen.
2.
Onverminderd hoofdstuk 2 van de bij deze wet behorende Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak kan geen beroep worden ingesteld tegen een besluit:
- a.
op grond van een in enig wettelijk voorschrift voor het geval van buitengewone omstandigheden toegekende bevoegdheid of opgelegde verplichting in deze omstandigheden genomen,
- b.
genomen op grond van een wettelijk voorschrift ter beveiliging van de militaire belangen van het Koninkrijk of zijn bondgenoten,
- c.
genomen op grond van een wettelijk voorschrift inzake de verplichte krijgsdienst, voor zover het keuring, herkeuring, werkelijke dienst, groot verlof of diensteindiging betreft, tenzij het besluit betrekking heeft op verlenging van werkelijke dienst of kostwinnersvergoeding.
3.
Geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit:
- a.
tot benoeming of aanstelling, tenzij beroep wordt ingesteld door een persoon met betrekking tot diens in artikel 3 van de Ambtenarenwet 2017 bedoelde hoedanigheid, zijn nagelaten betrekkingen of zijn rechtverkrijgenden,
- b.
inhoudende een beoordeling van het kennen of kunnen van een kandidaat of leerling die ter zake is geëxamineerd of op enigerlei andere wijze is getoetst, dan wel inhoudende de vaststelling van opgaven, beoordelingsnormen of nadere regels voor die examinering of toetsing,
- c.
inhoudende een technische beoordeling van een voertuig of een luchtvaartuig, dan wel een meetmiddel, een onderdeel daarvan of een hulpinrichting daarvoor.
4.
Geen beroep kan worden ingesteld tegen een besluit:
- a.
inzake de nummering van kandidatenlijsten, het verloop van de stemming, de stemopneming, de vaststelling van de stemwaarden en de vaststelling van de uitslag bij verkiezingen van de leden van vertegenwoordigende organen, de benoemdverklaring in opengevallen plaatsen, alsmede de toelating van nieuwe leden van provinciale staten, van het kiescollege voor de Eerste Kamer voor Nederlanders die geen ingezetenen zijn, van de gemeenteraad en van het algemeen bestuur van een waterschap, alsmede de verlening van tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte,
- b.
houdende een ambtshandeling van een gerechtsdeurwaarder of notaris.