Einde inhoudsopgave
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
Artikel 13 [Verplichting tot verstrekken van inlichtingen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2008
- Bronpublicatie:
12-12-2007, Stb. 2007, 555 (uitgifte: 21-12-2007, kamerstukken: 30970)
29-11-2007, Stb. 2007, 551 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken: 31229)
- Inwerkingtreding
01-01-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2007, Stb. 2007, 556 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
14-12-2007, Stb. 2007, 552 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
1.
De belanghebbende doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op zijn arbeidsinschakeling en het recht op uitkering, de hoogte of de duur van de uitkering, of op het bedrag van de uitkering dat aan hem wordt betaald. De verplichting geldt niet indien die feiten en omstandigheden door burgemeester en wethouders kunnen worden vastgesteld op grond van bij wettelijk voorschrift als authentiek aangemerkte gegevens of kunnen worden verkregen uit bij ministeriële regeling aan te wijzen administraties. Bij ministeriële regeling wordt bepaald voor welke gegevens de tweede zin van toepassing is.
2.
De belanghebbende is verplicht aan het college desgevraagd de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van deze wet.
3.
Het college stelt bij de uitvoering van deze wet de identiteit van de belanghebbende vast aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1° tot en met 3°, van de Wet op de identificatieplicht.
4.
Een ieder is verplicht aan het college desgevraagd een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht terstond ter inzage te verstrekken, voorzover dit redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van deze wet.