NJB 2019/2628:Pand. Uitleg pandakte. Bepaaldheidsvereiste. Partijbedoeling. C heeft zich jegens P verplicht om al haar vorderingen op derden te verpanden aan P. In een ter uitvoering van die verplichting geregistreerde pandakte wordt verwezen naar een lijst waarop de te verpanden vorderingen zijn gespecificeerd. Een vordering van C op D staat niet op die lijst. Heeft P niettemin een rechtsgeldig pandrecht op die vordering verkregen, als dat de bedoeling van C en P was? Hoge Raad: Een van de uitleg van de pandakte te onderscheiden en zelfstandig te beoordelen vraag is of is voldaan aan het bepaaldheidsvereiste. Volgens vaste rechtspraak is daaraan voldaan als de pandakte zodanige gegevens bevat dat, eventueel achteraf, aan de hand daarvan kan worden vastgesteld om welke vordering het gaat. De bedoeling van de partijen bij de pandakte is voor de beoordeling of is voldaan aan het bepaaldheidsvereiste niet relevant, voor zover die bedoeling niet aan de hand van gegevens in de akte zelf, eventueel achteraf, kan worden vastgesteld