NJB 2011, 817
HR, 22-03-2011, nr. 09/02069
HR 22-03-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP2630
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 maart 2011
- Magistraten
Mrs. Van Dorst, De Savornin Lohman, De Hullu, Thomassen en Splinter-van Kan
- Zaaknummer
09/02069
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BP2630
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP2630, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑03‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP2630, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑01‑2011
- Wetingang
Sr art. 359 lid 2 aanhef en onderdeel 3
Essentie
Vraag of er sprake is van ontucht als bedoeld in art. 249 lid 2 aanhef en onderdeel 3 Sr, nu de seksuele handelingen die de verdachte toepaste bij zijn cliënten volgens hem pasten in zijn behandelmethode waaraan de cliënten zich vrijwillig onderwierpen. De vraag wordt door de Hoge Raad bevestigend beantwoord.
Uitspraak
De verdachte werd in hoger beroep veroordeeld tot vier maanden gevangenisstraf voorwaardelijk en een werkstraf van 180 uren wegens het plegen en medeplegen van ontucht als degene die werkzaam is in de maatschappelijke zorg en daar iemand zich als cliënt aan zijn hulp heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.