Einde inhoudsopgave
Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar
Bijlage C Examenplan basisbekwaamheid
Geldend
Geldend vanaf 11-07-2017
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van de Staatscourant.
- Bronpublicatie:
10-07-2017, Stcrt. 2017, 36058 (uitgifte: 10-07-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
11-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-2017, Stcrt. 2017, 36058 (uitgifte: 10-07-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Politierecht / Bevoegdheden
Strafprocesrecht / Voorfase
T= Theorietoets
P= Praktijktoets
Hoofdtaken | Kennis- of vaardigheidselementen (basisbekwaamheid) | Toets-vorm | |
---|---|---|---|
I. HET FUNCTIONEREN BINNEN EN ALS ONDERDEEL VAN DE ORGANEN VAN STRAFRECHTSPLEGING | |||
1. Staatsinrichting en wetgeving algemeen. | |||
1.1 Staat, regering en zijn bestuur | T | ||
1.2 Provincies en gemeenten | T | ||
1.3 Centrale wetgeving | T | ||
1.4 Decentrale wetgeving | T | ||
1.5 Strafrecht algemeen | T | ||
2. Functioneren binnen het voor zijn opsporingstaak vastgesteld wettelijk kader. | |||
2.1 De boa functioneert overeenkomstig het daartoe bepaalde in het Wetboek van Strafvordering | T | ||
2.2 De boa functioneert overeenkomstig het daartoe bepaalde in het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar | T | ||
2.3 Samenwerking met de politie | T | ||
2.4 Opsporen van strafbare feiten | T | ||
3. Handelen naar de afgelegde ambtseed/ambtsbelofte en de eed van zuivering. | |||
3.1 De boa handelt op grond van kennis van afgelegde eden of beloften | T | ||
3.2 De boa onthoudt zich van ambtsmisdrijven | T | ||
II. HET OPSPOREN VAN STRAFBARE FEITEN | |||
4. Verzamelen en/of ontvangen van gegevens m.b.t. mogelijk strafbare feiten. | |||
4.1 Verzamelen en/of ontvangen van gegevens m.b.t. mogelijk strafbare feiten n.a.v. eigen bevindingen | T | ||
4.2 Verzamelen en/of ontvangen van gegevens m.b.t. mogelijk strafbare feiten n.a.v. het doen van aangifte | T | ||
4.3 Verzamelen en/of ontvangen van gegevens m.b.t. mogelijk strafbare feiten n.a.v. het doen van een klacht | T | ||
5. Beoordelen of de verzamelde en/of ontvangen informatie strafrechtelijk relevant is. | |||
5.1 Legaliteitsbeginsel | T | ||
5.2 Toepasselijkheid van de Nederlandse strafwet | T | ||
5.3 Een feit als strafbaar feit | T | ||
5.4 Poging tot misdrijf en voorbereiding van een misdrijf | T | ||
5.5 Deelnemen aan strafbare feiten | T | ||
5.6 Samenloop van strafbare feiten | T | ||
5.7 Jeugdige personen | T | ||
6. Een onderzoek instellen om bewijsmateriaal te verzamelen. | |||
6.1 De verdachte | T | ||
6.2 Rechtmatig toepassen van de opsporingsbevoegdheden | T | ||
6.3 Toepassen van dwangmiddelen t.a.v. de persoonlijke vrijheid | T | ||
6.4 Toepassen van dwangmiddelen t.a.v. de persoonlijke integriteit | T | ||
6.5 In beslag nemen van voorwerpen | T | ||
6.6 Betreden/binnentreden van plaatsen | T | ||
III. DE AFHANDELING VAN OPGESPOORDE STRAFBARE FEITEN | |||
7. Een proces-verbaal opmaken dat kan leiden tot vervolging en behandeling ter terechtzitting. | |||
7.1 Functie van het proces-verbaal | T | ||
7.2 Wettelijke eisen t.a.v. proces-verbaal | T | ||
7.3 Opstellen van een (mini) proces-verbaal naar aanleiding van een geconstateerde onregelmatigheid of overtreding dat kan leiden tot vervolging en behandeling ter terechtzitting | P | ||
8. Een verdachte tegen wie proces-verbaal is opgemaakt informeren over de mogelijke gevolgen daarvan. | |||
8.1. De organisatie en de taken van het openbaar ministerie | T | ||
8.2. De procureur-generaal bij de Hoge Raad | T | ||
8.3. De organisatie van de rechtspraak | T | ||
8.4. De rechterlijke beslissing | T | ||
9. Signaleert en acteert adequaat bij constatering van onregelmatigheden en overtredingen. | |||
– Voorbereiden op de werkzaamheden – Sanctionerend optreden – Zorgdragen voor acceptatie van de opgelegde sanctie | P | ||
10. Waarborgt eigen veiligheid, veiligheid van de burger en omstanders. | |||
– Voorbereiden op de werkzaamheden – Toezicht houden en signaleren | P |